Een dwaas toont onmiddellijk zijn woede, wie verstandig is, zwijgt als hij beledigd wordt.
Wie de waarheid spreekt, dient het recht, een valse getuige verkondigt slechts leugens.
De woorden van een dwaas zijn dolkstoten, wat de wijze zegt, brengt genezing.
Een betrouwbaar woord houdt altijd stand, een leugen slechts voor korte tijd.
Wie kwaad smeden, zijn een en al bedrog, vreugde wacht wie vrede zoeken.
De rechtvaardige wordt niet door onheil getroffen, goddelozen worden bedolven onder ellende.
Bedriegers zijn de HEER een gruwel, wie waarachtig handelen, zijn Hem welgevallig.
Een verstandig mens loopt niet met zijn kennis te koop, dwazen strooien met hun dwaasheid.
Een vlijtig mens verwerft gezag, luiheid leidt tot slavernij.
Kommer maakt een mens neerslachtig, een hartelijk woord beurt hem op.
De rechtvaardige is beter af dan ieder ander, de goddeloze volgt een dwaalspoor.
Een luie jager vangt nooit wild, een vlijtig mens verwerft een kostbaar vermogen.
De weg van de rechtvaardigheid leidt naar het leven, een geëffend pad is het, vrij van de dood.