Wie van onderricht houdt, houdt van kennis, wie berispingen haat, is dom.
Een goed mens geniet de gunst van de HEER, wie kwade plannen heeft, wordt door Hem veroordeeld.
Goddeloosheid brengt een mens ten val, de rechtvaardigen staan onwrikbaar geworteld.
Een sterke vrouw is een krans voor haar man, een vrouw die hem te schande maakt, is als beenrot.
Rechtvaardigen denken volgens het recht, goddelozen hebben bedrog in de zin.
De woorden van de goddelozen zijn een dodelijke hinderlaag, wat oprechten zeggen, is een bevrijding.
De goddelozen worden omvergeworpen en verdwijnen, het huis van de rechtvaardigen houdt stand.
Men prijst een mens naar de maat van zijn verstand, een warhoofd wordt geminacht.
Beter een onaanzienlijk mens met een knecht dan een bluffer die gebrek aan voedsel heeft.
Een rechtvaardige zorgt goed voor zijn vee, een goddeloze is alleen maar wreed.
Wie zijn grond bewerkt, heeft altijd genoeg te eten, wie lucht najaagt, heeft geen verstand.
Een goddeloze jaagt op zijn eigen ondergang, wat rechtvaardigen doen, werpt vruchten af.
Een kwaadaardig mens verstrikt zich in zijn eigen leugens, een rechtvaardige ontsnapt aan ieder gevaar.
Wie iets goeds zegt, voedt zich met zijn eigen woorden, van wat hij tot stand brengt, profiteert hij zelf.
Een dwaas denkt dat hij de juiste weg gaat, wie wijs is, luistert naar goede raad.