Wil je het pad van vroeger blijven gaan, dat door de onrechtvaardigen gevolgd wordt? Zij werden vóór hun tijd geveld, alsof een rivier hun fundament had weggespoeld. Steeds weer zeiden ze tot God:
“Wend U van ons af. Wat kan de Ontzagwekkende voor ons doen?” Toch vulde Hij hun huis met rijkdom. De bedrijvigheid van goddelozen blijve ver van mij! De rechtvaardige ziet het aan en hij verheugt zich, de onschuldige lacht hen smalend uit. Worden onze vijanden niet weggevaagd, wordt hun laatste rijkdom niet door vuur verzwolgen? Verzoen je met God en leef met Hem in vrede, dan zul je weer tot welstand komen. Aanvaard wat je van Hem hebt te leren en sluit Zijn woorden in je hart. Keer terug tot de Ontzagwekkende en je zult herstellen, zuiver je huis van alle kwaad. Laat het goud toch in de aarde rusten, laat het erts van Ofir liggen op de bodem van de stroom, dan zal de Ontzagwekkende je goud zijn, dan zal Hij een schat zijn van het puurste zilver. Je zult vreugde vinden bij de Ontzagwekkende en je gezicht weer naar Hem opheffen. Als je tot Hem bidt, dan luistert Hij, en je geloften los je in. Wat jij ook besluit, het zal worden uitgevoerd, en het licht zal schijnen op de wegen die je gaat. Als rampspoed iemand velt en jij zegt:
“Sta op!”, dan redt God hem, die het hoofd moest buigen. Hij redt zelfs hen die niet onschuldig zijn. Hun redding danken ze aan jouw reine handen.’