Hierop antwoordde Job:
‘Zeker, ik weet dat het zo is, hoe kan een mens in zijn recht staan tegenover God? Als je met Hem een rechtsgeding wilt aangaan, heb je niet één op de duizend maal een weerwoord. Hoe wijs van hart, hoe sterk een mens ook is, God kan hij nimmer straffeloos trotseren. Hij verplaatst bergen, voor men het merkt; in Zijn woede stoot Hij ze omver. De aarde schudt Hij van haar plaats, zodat haar zuilen wankelen. De Zon houdt op te schijnen als Hij het beveelt, en Hij sluit de sterren weg, verzegeld. Hij spant het hemelgewelf, Hij alleen, en wandelt op de hoog oprijzende zee. De Grote Beer heeft Hij gemaakt, en Orion, de Plejaden en de sterren van het zuiden. Hij doet grote, ondoorgrondelijke dingen, ontelbaar zijn de wonderen die Hij verricht. Hij gaat mij voorbij en ik zie Hem niet, Hij glipt langs mij heen en ik merk het niet. Als Hij iets wegrukt, wie weerhoudt Hem dan? Wie zal Hem zeggen:
“Wat doet U?” God houdt Zijn woede niet in toom; zelfs Rahabs helpers moeten voor Hem buigen. Hoe kan ik mijn stem dan laten horen, hoe kan ik dan de juiste woorden vinden? Al sta ik in mijn recht, een weerwoord heb ik niet, ik kan slechts mijn Rechter om genade smeken. Als ik Hem zou roepen en Hij antwoordde, zou ik niet geloven dat Hij naar me luisterde. Hij teistert mij als een stormwind, zonder reden brengt Hij mij steeds nieuwe wonden toe. Hij laat me nooit op adem komen, Hij vervult mij met een diepe bitterheid. Gaat het om kracht, dan is Hij de sterkste, gaat het om recht, dan zegt Hij:
“Wie daagt Mij voor de rechter?” Ook al heb ik geen schuld, mijn eigen mond zal me veroordelen. Ook al ben ik onschuldig, Hij zal mij schuldig verklaren. Ik ben rechtschapen – maar mijn leven telt niet meer, ik veracht mijn bestaan. Hij maakt geen onderscheid, en daarom zeg ik:
“Onschuldige of goddeloze, beiden vernietigt Hij.” Als plotseling een ramp verderf zaait, spot Hij met de wanhoop van onschuldigen. De aarde wordt gegeven aan de goddelozen, het gezicht van haar rechters wordt bedekt. Als niet Hij dit doet, wie dan?