Weet jij wanneer de berggeit moet werpen? Ben jij getuige van de weeën van de hinde? Kun jij de maanden tellen dat ze moet dragen, weet jij wanneer ze moet baren, wanneer ze hurkt om te jongen, om van haar kalveren verlost te worden? Haar kroost wordt sterk en groeit op in het vrije veld, dan gaat het weg en het komt niet meer terug. Wie heeft de wilde ezel zijn vrijheid gegeven, wie heeft de balker van zijn banden bevrijd? Ik laat hem wonen in de wildernis, de zoutvlakte is zijn domein. Hij spot met het lawaai van de stad, het geschreeuw van de drijvers hoort hij niet. Hij stroopt de bergen af, zijn weidegronden, hij speurt naar ieder stukje groen. Zou de wilde stier bereid zijn jou te dienen, zou hij willen overnachten bij je voederbak? Kun jij hem met een touw voren laten trekken, zou hij achter jou de dalgrond eggen? Kun je op hem vertrouwen, zo sterk als hij is, en aan hem het werk overlaten? Ben jij er zeker van dat hij binnenhaalt wat jij gezaaid hebt en het naar de dorsvloer brengt?