Zijn hoofd en Zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw, en Zijn ogen waren als een vlammend vuur. Zijn voeten gloeiden als brons in een oven. Zijn stem klonk als het geluid van geweldige watermassa’s. In Zijn rechterhand had Hij zeven sterren en uit Zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard. Zijn gezicht schitterde als de felle Zon. Toen ik Hem zag viel ik als dood voor Zijn voeten neer. Maar Hij legde Zijn rechterhand op me en zei:
‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste. Ik ben degene die leeft; Ik was dood, maar Ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk. Schrijf daarom op wat je gezien hebt, wat er nu is en wat hierna zal gebeuren. Dit is de betekenis van de zeven sterren die je in Mijn rechterhand zag en van de zeven gouden lampenstandaards:
de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven standaards zijn de zeven gemeenten zelf.