God heeft nu eenmaal alle lichaamsdelen hun eigen plaats gegeven, precies zoals Hij dat wilde. Als ze met elkaar slechts één lichaamsdeel zouden vormen, zou dat dan een lichaam zijn? Het is juist zo dat er een groot aantal delen is en dat die met elkaar één lichaam vormen. Het oog kan niet tegen de hand zeggen:

‘Ik heb je niet nodig,’ en het hoofd kan dat evenmin tegen de voeten zeggen. Integendeel, juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk. De delen van ons lichaam waarvoor we ons schamen en die we liever bedekken, behandelen we zorgvuldiger en met meer respect dan die waarvoor we ons niet schamen. Die hebben dat niet nodig. God heeft ons lichaam zo samengesteld dat de delen die het nodig hebben ook zorgvuldiger behandeld worden, zodat het lichaam niet zijn samenhang verliest, maar alle delen elkaar met dezelfde zorg omringen. Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee; wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde. Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit. God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven:

ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken. Is iedereen soms een apostel? Of een profeet? Is iedereen een leraar? Kan iedereen wonderen verrichten? Of kan iedereen genezen? Kan iedereen in klanktaal spreken en kan iedereen die uitleggen?

Richt u op de hoogste gaven. Maar eerst wijs ik u een weg die nog voortreffelijker is.

Loading

Lees ook deze Berichten:

1 Korintiërs 11:2-16 De hoofdbedekking van de vrou...
1 Korintiërs 9:1-14 De vrijheid van de apostelen 1
1 Korintiërs 16:13-24 Reisplannen en groeten 2
1 Korintiërs 13:1-13 De liefde
1 Korintiërs 2:1-16 De ware wijsheid 2
1 Korintiërs 10:1-13 Israël als voorbeeld 1
1 Korintiërs 3:10-23 Het apostelschap en de gemeen...
1 Korintiërs 10:23-33-11:1 Het juiste gebruik van ...
1 Korintiërs 14:1-12 Profetie en klanktaal 1
1 Korintiërs 4:1-13 Het apostelschap en de gemeent...
1 Korintiërs 8:1-13 Heidens offervlees
1 Korintiërs 15:20-34 De opstanding van de doden 2
1 Korintiërs 10:14-22 Israël als voorbeeld 2
1 Korintiërs 6:1-11 Misstanden in de gemeente 2
1 Korintiërs 6:12-20 Misstanden in de gemeente 3
1 Korintiërs 14:26-40 Profetie en klanktaal 3
1 Korintiërs 5:1-13 Misstanden in de gemeente 1
1 Korintiërs 9:15-27 De vrijheid van de apostelen ...
1 Korintiërs 15:1-19 De opstanding van de doden 1
1 Korintiërs 1:10-17 Verdeeldheid in de gemeente
1 Korintiërs 1:18-31 De ware wijsheid 1
1 Korintiërs 11:17-34 De viering van de maaltijd v...
1 Korintiërs 4:14-21 Het apostelschap en de gemeen...
1 Korintiërs 1:1-9 De eerste brief aan de Korintië...
1 Korintiërs 7:29-40 De gehuwde en de ongehuwde st...
1 Korintiërs 16:1-12 Reisplannen en groeten 1
1 Korintiërs 12:1-17 Vele gaven, één Geest 1
1 Korintiërs 7:1-16 De gehuwde en de ongehuwde sta...
1 Korintiërs 14:13-25 Profetie en klanktaal 2
1 Korintiërs 7:17-28 De gehuwde en de ongehuwde st...
1 Korintiërs 3:1-9 Het apostelschap en de gemeente...
1 Korintiërs 15:50-58 De opstanding van de doden 4
1 Korintiërs 15:35-49 De opstanding van de doden 3
0Shares