De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren:
alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. Hij kreeg er spijt van dat Hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. Ik zal de mensen die Ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht Hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want Ik heb er spijt van dat Ik ze heb gemaakt. Alleen Noach vond bij de HEER genade.
Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. Hij had drie zonen:
Sem, Cham en Jafet.
In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, zei Hij tegen Noach:
‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij. Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek. Maak hem driehonderd el lang, vijftig el breed en dertig el hoog. Je moet er een lichtopening in aanbrengen en aan de bovenkant één el openlaten; de ingang moet je in de zijkant maken. De ark moet een benedenverdieping krijgen en daarboven nog twee verdiepingen. Ik laat een grote vloed over de aarde komen, een watermassa die haar zal overspoelen, om alles onder de hemel waarin levensadem is te vernietigen; alles op aarde zal omkomen. Maar met jou zal Ik een verbond sluiten. Jij moet de ark in gaan, samen met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen. En van alle dieren moet je er twee in de ark brengen, om ervoor te zorgen dat die met jou in leven blijven. Een mannetje en een wijfje moeten het zijn. Van alle soorten vogels, van alle soorten vee en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, zullen er twee naar je toe komen; die zullen in leven blijven. Leg ook een voorraad aan van alles wat eetbaar is, zodat jullie allemaal te eten hebben.’ Noach deed dit; hij deed alles zoals God het hem had opgedragen.