Dit zijn de koningen die in Edom geregeerd hebben nog voordat er een koning over de Israëlieten regeerde. Over Edom regeerde eerst Bela, de zoon van Beor; de stad waar hij zetelde heette Dinhaba. Na de dood van Bela werd Jobab uit Bosra koning, de zoon van Zerach. Na de dood van Jobab werd Chusam uit het land van de Temanieten koning. Na de dood van Chusam werd Hadad, de zoon van Bedad, koning. Hij versloeg de Midjanieten in Moab; de stad waar hij zetelde heette Awit. Na de dood van Hadad werd Samla uit Masreka koning. Na de dood van Samla werd Saül uit Rechobot aan de rivier koning. Na de dood van Saül werd Baäl-Chanan, de zoon van Achbor, koning. Na de dood van Baäl-Chanan, de zoon van Achbor, werd Hadar koning; de stad waar hij zetelde heette Paü, en zijn vrouw was Mehetabel, die een dochter was van Matred, de dochter van Me-Zahab.

Dit zijn de namen van de stamvorsten die van Esau afstamden, ieder aan het hoofd van zijn eigen familie en met zijn eigen gebied:

Timna, Alwa, Jetet, Oholibama, Ela, Pinon, Kenaz, Teman, Mibsar, Magdiël en Iram. Dit waren de stamvorsten van Edom, ieder met zijn eigen woongebied in het land dat zij in bezit hadden genomen. Esau was de stamvader van Edom.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3

Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2

Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4

Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2

Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1

Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5

Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän

Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4

Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1

Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3

Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8

Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9

Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2

Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2

Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2

Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2

Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4

Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2

Genesis 11:27-32 Terach

Genesis 8:1-14 Noach 4

Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2

Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2

Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3

Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1

Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6

Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3

Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1

Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1

Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2

Genesis 8:15-22 Noach 5

Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4

Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3

Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor

Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1

Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen

Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3

Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2

Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2

Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1

Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël

Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1

Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6

Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1

Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2

Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1

Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1

Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4

Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7

Genesis 4:1-16 Adams zonen 1

Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5

Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3

Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2

Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8

Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël

Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1

Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5

Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1

Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2

Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech

Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel

Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2

Genesis 6:5-22 Noach 1

Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2

Genesis 25:19-34 Jakob en Esau

Genesis 7:17-24 Noach 3

Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1

Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1

0Shares