Ongeveer drie maanden later kwam men Juda vertellen dat Tamar, zijn schoondochter, zich als een hoer had gedragen en daardoor zwanger was. ‘Breng haar de stad uit,’ zei Juda, ‘ze moet verbrand worden.’ Maar terwijl ze de stad uit werd gebracht, liet ze haar schoonvader deze boodschap brengen:

‘Ik ben zwanger van de eigenaar van deze voorwerpen. Kijkt u eens goed van wie dit zegel, dit snoer en deze staf zijn.’ Juda herkende ze en zei:

‘Zij is onschuldig maar ik niet, want ik heb haar niet aan mijn zoon Sela gegeven.’ Hij had geen tweede keer gemeenschap met haar.

Toen de tijd van de bevalling was gekomen, bracht ze een tweeling ter wereld. Tijdens de bevalling stak een van de twee zijn hand naar buiten. De vroedvrouw bond een rode draad om zijn hand ten teken dat hij zich het eerst had laten zien. Maar hij trok zijn hand weer terug, en daar kwam zijn broer te voorschijn. ‘Wat een baanbreker ben jij!’ zei ze. Hij kreeg de naam Peres. Daarna kwam zijn broer, met om zijn hand de rode draad. Hij werd Zerach genoemd.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1
Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 11:27-32 Terach
Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 9:1-17 Noach 6
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1
Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3
Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
0Shares