De zonen van Noach, die samen met hem uit de ark waren gekomen, heetten Sem, Cham en Jafet; Cham was de vader van Kanaän. Met de drie zonen van Noach begon de verspreiding van de mensheid over de hele Aarde.

Noach was landbouwer en legde als eerste een wijngaard aan. Hij dronk van de wijn, werd dronken en ging in zijn tent liggen, zonder kleren aan. Toen Cham, de vader van Kanaän, zag dat zijn vader naakt was, vertelde hij dat aan zijn twee broers, die buiten waren. Daarop namen Sem en Jafet een mantel, legden die over hun schouders, liepen achteruit de tent binnen en bedekten het naakte lichaam van hun vader, met afgewend gelaat, zodat zij hem niet naakt zagen. Toen Noach uit zijn roes ontwaakte en te weten kwam wat zijn jongste zoon hem had aangedaan, zei hij:

‘Vervloekt zij Kanaän, knecht van zijn broers zal Kanaän zijn, de minste van alle knechten. Geprezen zij de HEER, de God van Sem; knecht van Sem zal Kanaän zijn. Moge God ruimte geven aan Jafet, hem laten wonen in de tenten van Sem; knecht van Jafet zal Kanaän zijn.’

Noach leefde na de zondvloed nog driehonderdvijftig jaar. In totaal leefde Noach negenhonderdvijftig jaar. Daarna stierf hij.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4

Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2

Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2

Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël

Genesis 9:1-17 Noach 6

Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10

Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3

Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen

Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2

Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2

Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3

Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1

Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1

Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1

Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7

Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6

Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1

Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2

Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4

Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1

Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4

Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4

Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1

Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2

Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2

Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2

Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2

Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2

Genesis 8:1-14 Noach 4

Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2

Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel

Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3

Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5

Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2

Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2

Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor

Genesis 6:5-22 Noach 1

Genesis 50:22-26 Jozefs dood

Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6

Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3

Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2

Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän

Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2

Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8

Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9

Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 11:1-9 Babel

Genesis 4:1-16 Adams zonen 1

Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1

Genesis 8:15-22 Noach 5

Genesis 11:27-32 Terach

Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1

Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4

Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3

Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1

Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1

Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2

Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2

Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4

Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2

Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2

Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7

Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1

Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1

Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2

Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3

Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5

Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1

Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot

Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3

0Shares