Jozef zei tegen zijn broers en zijn verdere familieleden:

‘Ik ga nu de farao op de hoogte brengen. Ik zal tegen hem zeggen:

“Mijn broers en mijn andere familieleden zijn uit Kanaän naar mij toe gekomen. Het zijn altijd schaapherders en veefokkers geweest, en ze hebben hun schapen en geiten en hun runderen meegebracht en alles wat ze verder maar bezitten.” Als de farao jullie ontbiedt en naar je beroep vraagt, dan moeten jullie hem beleefd antwoorden dat jullie al van jongs af aan veefokkers zijn, net als jullie voorouders. Dan zullen jullie je wel hier in Gosen mogen vestigen, want de Egyptenaren hebben een afschuw van schaapherders.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5

Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5

Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2

Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6

Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3

Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor

Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech

Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1

Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1

Genesis 49:1-15 Jakobs levenseinde 4

Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1

Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1

Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2

Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2

Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3

Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1

Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4

Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram

Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7

Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1

Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1

Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1

Genesis 8:15-22 Noach 5

Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2

Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2

Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3

Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1

Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3

Genesis 4:17-26 Adams zonen 2

Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4

Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2

Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1

Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1

Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2

Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2

Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3

Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4

Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2

Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6

Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2

Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2

Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9

Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2

Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2

Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4

Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1

Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3

Genesis 7:1-16 Noach 2

Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän

Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël

Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1

Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4

Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2

Genesis 7:17-24 Noach 3

Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4

Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1

Genesis 25:19-34 Jakob en Esau

Genesis 9:1-17 Noach 6

Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3

Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1

Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2

Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4

Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen

Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5

Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1

Genesis 8:1-14 Noach 4

Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3

0Shares