Ooit werd er op de hele Aarde één enkele taal gesproken. Toen de mensen in oostelijke richting trokken, kwamen ze in Sinear bij een vlakte, en daar vestigden ze zich. Ze zeiden tegen elkaar:

‘Laten we van klei blokken vormen en die goed bakken in het vuur.’ De kleiblokken gebruikten ze als stenen, en aardpek als specie. Ze zeiden:

‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele Aarde verspreid raken.’ Maar toen daalde de HEER af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal, dacht de HEER, en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik. Laten wij naar hen toe gaan en spraakverwarring onder hen teweegbrengen, zodat ze elkaar niet meer verstaan. De HEER verspreidde hen van daar over de hele Aarde, en de bouw van de stad werd gestaakt. Zo komt het dat die stad Babel heet, want daar bracht de HEER verwarring in de taal die op de hele Aarde gesproken werd, en van daar verspreidde Hij de mensen over de hele Aarde.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 49:1-15 Jakobs levenseinde 4
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor
Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
0Shares