Toen de bakker Jozef zo’n gunstige uitleg hoorde geven, zei hij tegen hem:

‘Ik droomde net zoiets. Ik had drie manden met wit brood op mijn hoofd. In de bovenste mand zat allerlei brood van de fijnste kwaliteit dat bestemd was voor de farao, maar er pikten voortdurend vogels aan het lekkers in die mand op mijn hoofd.’ Jozef zei:

‘Dat moet zo worden uitgelegd:

Die drie manden zijn drie dagen. Over drie dagen zal de farao u een hoge plaats geven – hij zal u laten onthoofden en u aan een paal laten hangen, en dan zullen de vogels het vlees van uw botten pikken.’

Drie dagen daarna gaf de farao een groot feest voor al zijn dienaren, ter gelegenheid van zijn verjaardag. Zowel de schenker als de bakker gaf hij in het bijzijn van zijn dienaren een hoge plaats:

de schenker herstelde hij in zijn ambt, zodat deze hem de beker weer mocht aanreiken, maar de bakker liet hij ophangen, precies zoals Jozef had uitgelegd. De schenker dacht echter niet meer aan Jozef, hij vergat hem.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3

Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3

Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1

Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2

Genesis 4:1-16 Adams zonen 1

Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5

Genesis 7:17-24 Noach 3

Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2

Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram

Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1

Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2

Genesis 25:19-34 Jakob en Esau

Genesis 9:1-17 Noach 6

Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot

Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen

Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3

Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël

Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...

Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2

Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6

Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1

Genesis 11:1-9 Babel

Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2

Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2

Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2

Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8

Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5

Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte

Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1

Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1

Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2

Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel

Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1

Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2

Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3

Genesis 11:27-32 Terach

Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2

Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël

Genesis 50:22-26 Jozefs dood

Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6

Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8

Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4

Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3

Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 8:15-22 Noach 5

Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2

Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2

Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2

Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10

Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9

Genesis 9:18-29 Noach 7

Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2

Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3

Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1

Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1

Genesis 49:1-15 Jakobs levenseinde 4

Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1

Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3

Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1

Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2

Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6

Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3

Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1

Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2

Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2

Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1

Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2

0Shares