Dit zijn de nakomelingen van Esau, ook Edom genoemd.
Esau trouwde met vrouwen uit Kanaän:
met Ada, de dochter van de Hethiet Elon, met Oholibama, die een dochter was van Ana, de dochter van de Chiwwiet Sibon, en met Basemat, de dochter van Ismaël en de zuster van Nebajot. Ada baarde hem Elifaz, Basemat baarde Reüel, en Oholibama baarde Jeüs, Jalam en Korach. Dit waren de zonen van Esau, die hij in Kanaän kreeg.
Met zijn vrouwen, zijn zonen en dochters en al zijn slaven en slavinnen, met zijn hele veestapel en alle bezittingen die hij in Kanaän verworven had, trok Esau naar een ander land, weg van zijn broer Jakob. Beiden bezaten namelijk zo veel vee dat het land waar zij toen woonden niet groot genoeg was om bij elkaar te blijven. Esau, ook Edom genoemd, vestigde zich in het Seïrgebergte.
Dit zijn de nakomelingen die Esau, de stamvader van de Edomieten, in het Seïrgebergte kreeg. Hier volgen de namen van Esaus zonen:
Elifaz, de zoon van zijn vrouw Ada, en Reüel, de zoon van zijn vrouw Basemat. Zonen van Elifaz:
Teman, Omar, Sefo, Gatam en Kenaz. Timna, een bijvrouw van Esaus zoon Elifaz, baarde hem Amalek. Dit waren de nakomelingen van Esaus vrouw Ada. Zonen van Reüel:
Nachat, Zerach, Samma en Mizza. Dit waren de nakomelingen van Esaus vrouw Basemat. Zonen die Esaus vrouw Oholibama, die een dochter was van Ana, de dochter van Sibon, hem baarde:
Jeüs, Jalam en Korach.
Hier volgen de stamvorsten die van Esau afstamden. Zonen van Elifaz, Esaus eerstgeborene:
de stamvorsten Teman, Omar, Sefo, Kenaz, Korach, Gatam en Amalek. Dit waren de stamvorsten in Edom die van Elifaz afstamden, nakomelingen van Ada. Zonen van Esaus zoon Reüel:
de stamvorsten Nachat, Zerach, Samma en Mizza. Dit waren de stamvorsten in Edom die van Reüel afstamden, nakomelingen van Esaus vrouw Basemat. Zonen van Esaus vrouw Oholibama:
de stamvorsten Jeüs, Jalam en Korach. Dit waren de stamvorsten die afstamden van Esaus vrouw Oholibama, de dochter van Ana. Dit waren de zonen van Esau, ofwel Edom, en dit waren de stamvorsten die van hen afstamden.