Elk van die kudden stelde hij onder het toezicht van een knecht, en hij gaf de knechten opdracht om voor hem uit te trekken en tussen de verschillende kudden een ruime afstand te laten. Tegen de eerste knecht zei hij:

‘Als je mijn broer Esau tegenkomt en hij vraagt je bij wie je hoort en waar je heen gaat, en van wie de dieren zijn die je voor je uit drijft, dan moet je zeggen:

“Ik hoor bij uw dienaar Jakob, en dit is een geschenk dat bestemd is voor zijn heer, voor Esau. Jakob zelf komt achter ons aan.”’ Ook de tweede en de derde knecht en alle verdere knechten die hij met de kudden meestuurde droeg hij dit op. ‘Jullie moeten precies hetzelfde tegen Esau zeggen als jullie hem tegenkomen,’ zei hij. ‘En vergeet vooral niet te zeggen:

“Uw dienaar Jakob zelf komt achter ons aan.”’ Hij dacht namelijk:

Ik zal proberen Esau mild te stemmen met het geschenk dat ik vooruitstuur; pas daarna durf ik hem zelf onder ogen te komen, misschien is hij dan bereid mij welwillend te ontvangen. Zo ging het geschenk voor hem uit, maar zelf bleef hij die nacht nog in het tentenkamp.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2

Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2

Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3

Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2

Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2

Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3

Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3

Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1

Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1

Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2

Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2

Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7

Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1

Genesis 25:19-34 Jakob en Esau

Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1

Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3

Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5

Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1

Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2

Genesis 9:18-29 Noach 7

Genesis 7:1-16 Noach 2

Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1

Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4

Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot

Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4

Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5

Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3

Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4

Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel

Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4

Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1

Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1

Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3

Genesis 4:17-26 Adams zonen 2

Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2

Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5

Genesis 50:22-26 Jozefs dood

Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram

Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3

Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2

Genesis 9:1-17 Noach 6

Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1

Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5

Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3

Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2

Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1

Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3

Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte

Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6

Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1

Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3

Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7

Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3

Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1

Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4

Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4

Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1

Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2

Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2

Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1

Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1

Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4

Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4

Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël

0Shares