Toen Abram negenennegentig jaar was, verscheen de HEER aan hem en zei:

‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met Mij, leid een onberispelijk leven. Ik wil met jou een verbond aangaan en Ik zal je veel, heel veel nakomelingen geven.’ Abram boog zich diep neer en God sprak:

‘Ik doe jou deze belofte:

je zult de stamvader worden van een menigte volken. Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want Ik maak je de vader van vele volken. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn. Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond:

Ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen. Heel Kanaän, het land waar je nu als vreemdeling woont, zal Ik jou en je nakomelingen voor altijd in bezit geven, en Ik zal hun God zijn.’

Ook zei God tegen Abraham:

‘Jij moet je houden aan dit verbond met Mij, evenals je nakomelingen, generatie na generatie. Dit is de verplichting die jullie op je moeten nemen:

alle mannen en jongens moeten worden besneden. Jullie moeten je voorhuid laten verwijderen; dat zal het teken zijn van het verbond tussen Mij en jullie. In elke generatie opnieuw moet iedereen van het mannelijk geslacht besneden worden wanneer hij acht dagen oud is. Dit geldt niet alleen voor wie tot je eigen volk behoort maar ook voor jullie slaven, of ze nu bij jullie geboren zijn of van vreemdelingen zijn gekocht; iedereen die bij jullie geboren is of door jullie is gekocht, moet worden besneden. Zo zal dit verbond met Mij voorgoed zichtbaar zijn aan jullie lichaam. Een onbesnedene, een mannelijk persoon van wie de voorhuid niet verwijderd is, moet uit de gemeenschap gestoten worden, omdat hij het verbond verbroken heeft.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5

Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5

Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4

Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1

Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1

Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1

Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3

Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1

Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1

Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4

Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2

Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor

Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3

Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1

Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2

Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4

Genesis 7:17-24 Noach 3

Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram

Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2

Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6

Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1

Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel

Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1

Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël

Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8

Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1

Genesis 6:5-22 Noach 1

Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3

Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1

Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1

Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1

Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4

Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1

Genesis 11:27-32 Terach

Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3

Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3

Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5

Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 11:1-9 Babel

Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2

Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3

Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2

Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5

Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3

Genesis 50:22-26 Jozefs dood

Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2

Genesis 4:17-26 Adams zonen 2

Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1

Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte

Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4

Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2

Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1

Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3

Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5

Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde

Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2

Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1

Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2

Genesis 8:15-22 Noach 5

Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5

Genesis 9:1-17 Noach 6

Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen

Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4

Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4

Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1

Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10

0Shares