Toen zei de HEER tegen Noach:

‘Ga de ark in, samen met je hele gezin, want Ik heb gezien dat jij als enige van deze generatie rechtschapen bent. Van alle reine dieren moet je zeven mannetjes en hun wijfjes meenemen, van de onreine dieren moet je er twee meenemen, een mannetje en zijn wijfje, en van de vogels weer zeven mannetjes en wijfjes, om hun voortbestaan op aarde veilig te stellen. Want over zeven dagen zal Ik het veertig dagen en veertig nachten op de aarde laten regenen; dan zal Ik alles wat er bestaat van de aardbodem wegvagen, alles wat Ik heb gemaakt.’ Noach deed alles zoals de HEER het hem had opgedragen.

Noach was zeshonderd jaar toen de zondvloed kwam, een watermassa die de aarde overspoelde. Om aan het water te ontkomen ging Noach de ark in, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. Van de reine en de onreine dieren, van de vogels en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, kwamen er telkens twee bij Noach in de ark, een mannetje en een wijfje, in overeenstemming met wat God hem had opgedragen. Toen de zeven dagen voorbij waren, kwam het water van de vloed over de aarde. In het zeshonderdste jaar van Noachs leven, op de zeventiende dag van de tweede maand, braken alle bronnen van de machtige oervloed open en werden de sluizen van de hemel opengezet. Veertig dagen en veertig nachten lang zou het op de aarde stortregenen. Diezelfde dag gingen Noach, zijn zonen Sem, Cham en Jafet, zijn vrouw en de drie vrouwen van zijn zonen de ark in, samen met alle soorten wilde dieren, vee en kruipende dieren, en ook met alle soorten vogels en wat er verder maar vleugels heeft. Van alle wezens waarin levensadem was, kwamen er telkens twee bij Noach in de ark:

er kwamen van alle dieren een mannetje en een wijfje, in overeenstemming met wat God hem had opgedragen. Toen sloot de HEER de deur achter hem.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2
Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2
Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3
Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8
Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1
Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 9:18-29 Noach 7
Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 9:1-17 Noach 6
Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5
Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
0Shares