Toen Jozef thuiskwam, droegen ze het geschenk naar binnen, boden het hem aan en bogen zich voor hem neer. Hij vroeg hun hoe ze het maakten en zei:

‘Is alles goed met jullie oude vader, over wie jullie me hebben verteld? Leeft hij nog?’ Ze antwoordden:

‘Jazeker, uw dienaar, onze vader, leeft nog en hij maakt het goed.’ En weer bogen ze zich diep voor hem neer. Toen zag hij zijn broer Benjamin staan, de zoon van zijn eigen moeder, en vroeg:

‘Is dat jullie jongste broer, over wie jullie me hebben verteld?’ En hij vervolgde:

‘God zij je genadig, mijn zoon.’ Toen haastte hij zich weg, want bij het zien van zijn broer schoot zijn gemoed vol, hij voelde dat hij zijn tranen niet kon bedwingen. Hij ging een kamer binnen en daar huilde hij. Daarna waste hij zijn gezicht, kwam de kamer weer uit, vermande zich en gaf opdracht de maaltijd op te dienen. Men diende apart op voor hem, voor de broers en voor de Egyptenaren die bij hem aten. (Egyptenaren mogen niet samen met Hebreeën de maaltijd gebruiken; zoiets vinden de Egyptenaren afschuwelijk.) De broers kregen ieder een plaats tegenover Jozef aangewezen, en daarbij kwamen ze precies in volgorde van geboorte te zitten, van de oudste tot de jongste. Vol verbazing keken ze elkaar aan. Ze kregen van alle gerechten die bij Jozef op tafel stonden, maar Benjamin kreeg meer dan alle anderen, vijfmaal zoveel. Ze dronken samen met Jozef en raakten in een roes.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8
Genesis 9:18-29 Noach 7
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor
Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3
Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 49:1-15 Jakobs levenseinde 4
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10
Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2
Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1
Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1
0Shares