Twee volle jaren later kreeg de farao een droom. Hij droomde dat hij aan de Nijl stond. Toen zag hij zeven koeien uit de Nijl komen; het waren mooie koeien, die goed in hun vlees zaten. Ze gingen grazen in het oevergras. En kijk, daar kwamen weer zeven koeien uit het water; die waren lelijk en mager. Ze voegden zich bij de andere koeien aan de oever van de rivier. En die lelijke, magere koeien aten de zeven mooie, vette koeien op. Hierna werd de farao wakker. Maar hij viel weer in slaap en kreeg voor de tweede keer een droom. Zeven mooie, rijpe korenaren schoten op uit één halm. Toen schoten er zeven andere aren op; die waren iel en door de oostenwind verschroeid. En die armetierige aren slokten de zeven rijpe, volle aren op. De farao werd wakker en besefte dat hij alles had gedroomd.

De volgende morgen was hij hevig verontrust. Daarom ontbood hij alle magiërs en geleerden van Egypte en vertelde hun wat hij had gedroomd. Maar er was niemand die hem de droom kon uitleggen. Toen zei de opperschenker:

‘Dit brengt mij ertoe, farao, u eraan te herinneren dat ik eens een vergrijp had gepleegd. U was woedend op mij en op een van uw andere dienaren, de opperbakker, en liet ons vastzetten in de gevangenis van de commandant van de lijfwacht. Op een nacht kregen de bakker en ik allebei een droom, ieder een droom met een eigen betekenis. Er was daar ook een jonge Hebreeër, een slaaf van de commandant van de lijfwacht. Toen we hem onze dromen vertelden, legde hij ze uit; hij gaf ons allebei de verklaring van onze droom. En wat er daarna gebeurde, kwam precies overeen met zijn uitleg:

ik werd in mijn ambt hersteld, de bakker werd opgehangen.’

Hierop gaf de farao bevel om Jozef bij hem te brengen. Onmiddellijk werd hij uit de kerker gehaald, hij werd geschoren en kreeg schone kleren aan. Toen hij voor de farao verscheen, zei deze tegen hem:

‘Ik heb een droom gehad en niemand kan hem uitleggen. En nu heb ik over u horen zeggen dat u een droom maar hoeft te horen of u kunt hem verklaren.’ Jozef antwoordde:

‘Dat is niet aan mij, maar misschien geeft God een uitleg die gunstig is voor de farao.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9

Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël

Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8

Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2

Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1

Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot

Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7

Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3

Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6

Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1

Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 4:1-16 Adams zonen 1

Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor

Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2

Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1

Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4

Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1

Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7

Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4

Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3

Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1

Genesis 25:19-34 Jakob en Esau

Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2

Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5

Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3

Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2

Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5

Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3

Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1

Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1

Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2

Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1

Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3

Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän

Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5

Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7

Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4

Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1

Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1

Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram

Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1

Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2

Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1

Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 9:1-17 Noach 6

Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6

Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde

Genesis 50:22-26 Jozefs dood

Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5

Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2

Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech

Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1

Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte

Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3

Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2

Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4

Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1

Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2

Genesis 11:1-9 Babel

Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3

Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3

Genesis 7:17-24 Noach 3

Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1

Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2

0Shares