Kom naderbij, volken, en hoor toe, naties, luister aandachtig. Hoor, aarde en wie haar bewonen, wereld en al wat daarop groeit. De HEER koestert woede tegen alle volken, Zijn toorn ontbrandt tegen heel hun legermacht. Hun wacht de vernietiging, Hij heeft hen voor de slacht bestemd. Gesneuvelden blijven onbegraven liggen, de stank van hun lijken stijgt op; de bergen druipen van hun bloed. De sterren aan de hemel vergaan, als een boekrol wordt de hemel opgerold.
Lees meer ...Jesaja 34:11-17 Oordeel over Edom 2
Dwergooruil en stekelvarken nemen het in bezit, raaf en ransuil zullen er huizen. Hij heeft er het meetlint van de chaos gespannen, Hij weegt het met de weegstenen van de woestenij. Er zijn geen edelen meer over om het koningschap te bekleden, alle vorsten zijn verdwenen. Dorens overwoekeren de burchten, onkruid en distels de vestingen.
Lees meer ...Jesaja 35:1-10 Bevrijding en terugkeer
De woestijn zal zich verheugen, de dorre vlakte vrolijk zijn, de wildernis zal jubelen en bloeien, als een lelie welig bloeien, jubelen en juichen van vreugde. De woestijn tooit zich met de luister van de Libanon, met de schoonheid van de Karmel en de Saron. Men aanschouwt de luister van de HEER, de schoonheid van onze God. Geef kracht aan trillende handen, maak knikkende knieën sterk. Zeg tegen het moedeloze volk: ‘Wees sterk en vrees niet, want jullie God komt met Zijn wraak.
Lees meer ...Jesaja 36:1-11 Jeruzalem door Sanherib bedreigd 1
In het veertiende regeringsjaar van koning Hizkia trok koning Sanherib van Assyrië op tegen de versterkte steden van Juda en nam ze in. Vanuit Lachis stuurde de koning van Assyrië een van zijn hoogwaardigheidsbekleders, de rabsake, met een geweldig leger naar koning Hizkia. Hij hield halt bij de watertoevoer naar het bovenste waterbekken, aan de straat van het bleekveld. Hofmeester Eljakim, de zoon van Chilkia, hofschrijver Sebna en kanselier Joach, de zoon van Asaf, gingen naar hem toe. De rabsake zei tegen hen: ‘Zeg tegen Hizkia:
Lees meer ...Jesaja 36:12-22 Jeruzalem door Sanherib bedreigd 2
Maar de rabsake antwoordde: ‘Dacht u dat mijn heer mij gestuurd heeft om het woord uitsluitend tot uw heer en u te richten? Onze woorden zijn net zo goed bestemd voor de mensen daar op de muur, die binnenkort net als u hun eigen stront zullen eten en hun eigen pis zullen drinken.’ En hij rechtte zijn schouders, verhief zijn stem en riep, in het Judees: ‘Luister naar wat de grote koning, de koning van Assyrië u te zeggen heeft! Dit zegt de koning:
Lees meer ...Jesaja 37:1-13 1
Zodra koning Hizkia de boodschap hoorde, scheurde hij zijn kleren, trok een boetekleed aan en begaf zich naar de tempel van de HEER. Hofmeester Eljakim, hofschrijver Sebna en de oudsten van de priesters stuurde hij gehuld in boetekleren naar de profeet Jesaja, de zoon van Amos. Ze zeiden hem: ‘Dit zegt Hizkia: “Deze dag is er een van angst, straf en vernedering: het is als bij een geboorte waarbij de baarmoeder ontsloten is maar de kracht om te baren ontbreekt. Maar misschien slaat de HEER, uw God, acht op wat de rabsake gezegd heeft, die door zijn heer, de koning van Assyrië,
Lees meer ...Jesaja 37:14-27 2
Toen Hizkia de brief had gelezen die de boden hem overhandigd hadden, ging hij naar de tempel van de HEER en legde de brief daar open voor Hem neer. En hij bad tot de HEER: ‘HEER van de hemelse machten, God van Israël, U die op de cherubs troont, U alleen bent God van alle koninkrijken op aarde, U hebt de hemel en de aarde gemaakt. Leen mij Uw oor, HEER, en luister, open Uw ogen en zie toe. Hoor met welke woorden Sanherib de levende God hoont. Het is waar, HEER, de koningen van Assyrië hebben alle landen verwoest en hun goden aan het vuur prijsgegeven.
Lees meer ...Jesaja 37:28-38 3
Maar Ik ken je, Ik ben op de hoogte van je doen en laten, Ik weet heel goed hoe je tekeergaat tegen Mij; Ik zie je zelfgenoegzaamheid, je razernij is tot Mijn oren doorgedrongen. Ik sla Mijn haak door je neus en leg Mijn bit in je mond en voer je op je schreden terug. Jou, Hizkia, kondig Ik het volgende aan: dit jaar zul je eten wat er na de oogst toevallig nog opkomt, en volgend jaar onkruid, maar het jaar daarna kun je zaaien en oogsten, wijngaarden planten en van de opbrengst eten.
Lees meer ...Jesaja 38:1-11 Hizkia’s ziekte en genezing 1
Omstreeks dezelfde tijd werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon van Amos, kwam naar hem toe en zei: ‘Dit zegt de HEER: Maak je laatste wilsbeschikking op, want je sterft. Je zult niet meer beter worden.’ Hizkia draaide zijn gezicht naar de muur en bad tot de HEER: ‘HEER, ik smeek U, neem toch in aanmerking dat ik me altijd oprecht en met heel mijn hart naar Uw wil heb gericht en steeds heb gedaan wat goed is in Uw ogen.’
Lees meer ...Jesaja 38:12-22 Hizkia’s ziekte en genezing 2
Mijn woonplaats werd ontruimd en lag open, zoals de tent van een herder; ik rolde mijn leven op zoals een wever het tentdoek, Hij heeft mijn draad afgesneden. Dag en nacht staat U mij naar het leven, weerloos lig ik tot het ochtendgloren, als een leeuw breekt U al mijn botten. Dag en nacht staat U mij naar het leven, ik piep als een gierzwaluw, ik klaag en kreun als een duif. Met geloken ogen roep ik naar omhoog: ‘Ach Heer, sta in mijn nood voor mij in.’
Lees meer ...