Page 1 of 3
1 2 3

Psalmen 106:19-36 2

Zij maakten een stierkalf bij de Horeb en bogen zich voor een stuk metaal. God, hun eer, ruilden zij in voor een beeld van een dier dat gras eet. Vergeten waren zij God, hun Redder, die iets groots had verricht in Egypte, wonderen in het land van Cham, geduchte daden bij de Rietzee. Hij besloot hen uit te roeien, maar Mozes, de man die Hij had gekozen, verdedigde hen, ging voor hem staan en wendde Zijn dodelijke woede af.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 106:37-48 3

Zij brachten hun zonen en dochters ten offer aan de demonen  en vergoten het bloed van onschuldigen, het bloed van hun zonen en dochters, geofferd aan de beelden van Kanaän. Een stroom van bloed ontheiligde het land. Zij werden onrein door hun daden, overspelig was hun gedrag.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 107:1-22 1

‘Loof de HEER, want Hij is goed, eeuwig duurt Zijn trouw.’ Zo spreken zij die door de HEER zijn verlost, die Hij verloste uit de greep van de angst, bijeenbracht uit alle landen, uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden. Soms doolden zij door de woestijn, maar een weg in de wildernis, een stad, een woonplaats vonden ze niet. Ze kregen honger en dorst en kwijnden van uitputting weg. Ze riepen in hun angst tot de HEER – Hij heeft hen bevrijd uit vele gevaren, Hij wees hun de rechte weg, de weg naar een stad, een woonplaats.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 107:23-43 2

Soms daalden zij af naar zee, gingen scheep en bevoeren het wijde water, ze zagen de daden van de HEER, Zijn wonderen op de oceaan. Hij sprak en ontketende storm, hoog zweepte Hij de golven op.  Zij stegen tot aan de hemel, vielen neer in de diepte, hun maag keerde om van ellende, ze tolden en tuimelden als dronkaards, alle kennis baatte hun niets. Ze riepen in hun angst tot de HEER – Hij leidde hen weg uit vele gevaren, Hij bracht de storm tot zwijgen, de golven gingen liggen. Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam, Hij bracht hen naar een veilige haven.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 109:1-16 Voor de koorleider. Van David, een psalm 1

God, die ik loof, blijf niet zwijgen, want vijandig en bedrieglijk is de mond van hen die mij beschuldigen, hun tong spreekt niets dan leugens, ze bestoken mij met woorden van haat, zonder reden bestrijden ze mij. Ik bid voor hen, maar mijn liefde roept vijandschap op, ze vergelden goed met kwaad, woorden van haat zijn de dank voor mijn liefde: ‘Wijs een gewetenloos man aan die hem aanklaagt bij de rechter. Dat hij schuldig wordt bevonden en dat zijn gebed God niet bereikt.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 109:17-31 Voor de koorleider. Van David, een psalm 2

Dat de vloek die hij liefhad hem treft, de zegen die hij een ander misgunde hem nooit ten deel zal vallen. Dat de vloek hem als een mantel omhult, zijn lichaam vult als water, zijn gebeente doordringt als olie. Dat de vloek als het kleed is dat hij draagt, als de gordel die hij dagelijks omheeft!’ Laat zó de HEER mijn aanklagers straffen, hen die zelf over mij dit kwaad afroepen. Maar U, HEER, mijn God, doe voor mij wat tot eer van Uw naam is:

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 111:1-10 Halleluja!

Ik wil de HEER loven met heel mijn hart in de grote kring van oprechten. Machtig zijn de werken van de HEER, wie ze liefheeft, onderzoekt ze. Zijn daden hebben glans en glorie, Zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd. Hij stelde een gedenkdag in voor Zijn wonderen, genadig en liefdevol is de HEER.

0Shares
Lees meer ...
Page 1 of 3
1 2 3