Psalmen 109:1-16 Voor de koorleider. Van David, een psalm 1

God, die ik loof, blijf niet zwijgen, want vijandig en bedrieglijk is de mond van hen die mij beschuldigen, hun tong spreekt niets dan leugens, ze bestoken mij met woorden van haat, zonder reden bestrijden ze mij. Ik bid voor hen, maar mijn liefde roept vijandschap op, ze vergelden goed met kwaad, woorden van haat zijn de dank voor mijn liefde: ‘Wijs een gewetenloos man aan die hem aanklaagt bij de rechter. Dat hij schuldig wordt bevonden en dat zijn gebed God niet bereikt.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 109:17-31 Voor de koorleider. Van David, een psalm 2

Dat de vloek die hij liefhad hem treft, de zegen die hij een ander misgunde hem nooit ten deel zal vallen. Dat de vloek hem als een mantel omhult, zijn lichaam vult als water, zijn gebeente doordringt als olie. Dat de vloek als het kleed is dat hij draagt, als de gordel die hij dagelijks omheeft!’ Laat zó de HEER mijn aanklagers straffen, hen die zelf over mij dit kwaad afroepen. Maar U, HEER, mijn God, doe voor mij wat tot eer van Uw naam is:

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 111:1-10 Halleluja!

Ik wil de HEER loven met heel mijn hart in de grote kring van oprechten. Machtig zijn de werken van de HEER, wie ze liefheeft, onderzoekt ze. Zijn daden hebben glans en glorie, Zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd. Hij stelde een gedenkdag in voor Zijn wonderen, genadig en liefdevol is de HEER.

0Shares
Lees meer ...