Maar toen ik dreigde te vallen, verheugden zij zich, ze liepen te hoop en sloegen me onverwachts neer, ze hadden me willen verscheuren, die bende godvergeten spotters met een grijns op hun gezicht. Heer, hoe lang nog blijft U toezien? Behoed mij voor hun moordlust, red mijn kostbaar leven van die leeuwen. Dan zal ik U prijzen in de gemeenschap, U loven waar heel Uw volk bijeen is.
Lees meer ...Psalmen 36:1-13 Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER
De zonde spreekt tot de goddeloze, diep in zijn hart – angst voor God kent hij niet. De zonde sust zijn geweten in slaap – geen besef van schuld, geen afkeer van het kwaad. Hij spreekt woorden van onheil en bedrog en blijft ver van wat wijs en goed is, op zijn bed bedenkt hij verderfelijke plannen, hij betreedt een verkeerde weg en het kwade verwerpt hij niet.
Lees meer ...Psalmen 37:1-20 Van David 1
Erger je niet aan slechte mensen, wees niet jaloers op wie kwaad doen, zij verdorren snel als gras, zij verwelken als het jonge groen. Vertrouw op de HEER en doe het goede, bewoon het land en leef er veilig. Zoek je geluk bij de HEER, Hij zal geven wat je hart verlangt. Leg je leven in de handen van de HEER, vertrouw op Hem, Hij zal dit voor je doen: het recht zal dagen als het morgenlicht, de gerechtigheid stralen als de middagzon.
Lees meer ...Psalmen 37:21-40 Van David 2
De zondaar vraagt te leen en brengt niet terug, de rechtvaardige geeft, uit mededogen. Gods gezegenden zullen het land bezitten, de vervloekten worden verdelgd. Wie de HEER welgevallig is, mag Zijn weg gaan met vaste tred. Al komt hij ten val, hij blijft niet liggen, want de HEER richt hem op. Ooit was ik jong, nu ben ik oud, en nooit zag ik dat een rechtvaardige werd verlaten, nooit zag ik Zijn kinderen zoeken naar brood; Hij is vol mededogen en leent uit, elke dag, voor Zijn kinderen is Hij een zegen.
Lees meer ...Psalmen 38:1-23 Een psalm van David, een dringend gebed
Wees niet vertoornd, HEER, straf mij niet, bedwing Uw woede, sla mij niet. Diep zijn Uw pijlen in mij gedrongen, zwaar is Uw hand op mij neergedaald. Door Uw toorn is niets aan mijn lichaam nog gaaf, door mijn zonden is niets van mijn gebeente nog heel. Mijn schuld steekt hoog boven mij uit, als een zware last, te zwaar om te dragen. Mijn wonden zweren en stinken vanwege mijn lichtzinnig leven. Ik loop gebogen, diep gebukt, ik ga in het zwart gehuld, dag in dag uit.
Lees meer ...Psalmen 39:1-14 Voor de koorleider. Voor Jedutun. Een psalm van David
Ik had mij voorgehouden: Ik moet mij beheersen en mijn tong voor zonde behoeden, mijn mond met een muilband bedwingen te midden van mensen zonder God of gebod. En ik zei dan ook niets, geen woord, ik zweeg en vond geen verlichting, ik voelde steeds heviger pijn. Het brandde in mijn binnenste, bij mijn zuchten laaide een vuur op en mijn tong begon te spreken:
Lees meer ...Psalmen 40:1-10 Voor de koorleider. Van David, een psalm 1
Vol verlangen heb ik op de HEER gewacht en Hij boog zich naar mij toe, Hij heeft mijn roep om hulp gehoord. Hij trok mij uit de kuil van het graf, uit de modder, uit het slijk. Hij zette mij neer op een rots, een vaste grond voor mijn voeten. Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze God. Mogen velen het zien vol ontzag en vertrouwen op de HEER.
Lees meer ...Psalmen 40:11-18 Voor de koorleider. Van David, een psalm 2
Ik zwijg niet over Uw goedheid, maar getuig van Uw trouw en Uw hulp. In de kring van het volk verheel ik niet hoe liefdevol, hoe trouw U bent. U, HEER, U weigert mij Uw ontferming niet, Uw liefde en Uw trouw zullen mij steeds bewaren, ook nu rampen mij omringen, talloos vele, nu mijn zonden mij achtervolgen en ik geen uitweg zie, nu ze talrijker zijn dan de haren op mijn hoofd en de moed mij is ontzonken.
Lees meer ...Psalmen 41:1-14 Voor de koorleider. Een psalm van David
Gelukkig wie zorgt voor de armen; in kwade dagen zal de HEER hem uitkomst geven, de HEER zal hem beschermen en in leven houden, men prijst hem gelukkig in het hele land. ‘Lever hem niet uit aan zijn vijanden!’ Op zijn ziekbed zal de HEER hem tot steun zijn. ‘Hoe lang hij ook ziek ligt, U keert zijn lot ten goede.’
Lees meer ...Psalmen 42:1-12 Voor de koorleider. Een kunstig lied van de Korachieten
Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God. Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en Gods gelaat aanschouwen? Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’ Weemoed vervult mijn ziel nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok naar het huis van God – een feestende menigte, juichend en lovend.
Lees meer ...