Toen Hij de mensenmassa zag, ging Hij de berg op. Daar ging Hij zitten met Zijn leerlingen om zich heen. Hij nam het woord en onderrichtte hen: Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien.
Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
Matteüs 5:20-32 De Bergrede 2
Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan. Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: ”Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.
Lees meer ...Matteüs 5:33-48 De Bergrede 3
Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost.” En ik zeg jullie dat je helemaal niet moet zweren, noch bij de hemel, want dat is de troon van God, noch bij de aarde, want dat is Zijn voetenbank, noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning; zweer evenmin bij je eigen hoofd, want je kunt nog niet één van je haren wit of zwart maken. Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad. Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.
Lees meer ...Matteüs 6:1-18 De Bergrede 4
Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Lees meer ...Matteüs 6:19-34 De Bergrede 5
Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
Lees meer ...Matteüs 7:1-12 De Bergrede 6
Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. Want op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden. Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” zolang je nog een balk in je eigen oog hebt? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.
Lees meer ...Matteüs 7:13-29-8:1 De Bergrede 7
Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden.
Lees meer ...Matteüs 8:2-13 Genezingen en navolging 1
Er kwam iemand naar Hem toe die aan huidvraat leed. Hij wierp zich voor Hem neer en zei: ‘Heer, als U wilt, kunt U mij rein maken.’ Jezus strekte Zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen was hij gereinigd van zijn huidvraat. Jezus zei tegen hem: ‘Denk erom dat u er met niemand over praat, maar ga u aan de priester laten zien en brengt als getuigenis voor de mensen het offer dat Mozes heeft voorgeschreven.’
Lees meer ...Matteüs 8:14-22 Genezingen en navolging 2
Toen Jezus het huis van Petrus was binnengegaan, zag Hij diens schoonmoeder met koorts in bed liggen. Hij raakte haar hand aan en de koorts verdween. Ze stond op en begon voor Hem te zorgen. Bij het vallen van de avond brachten ze vele bezetenen bij Hem. Met enkel bevel dreef Hij de geesten uit, en allen die ziek waren genas Hij, opdat in vervulling ging wat gezegd is door de profeet Jesaja: ‘Hij was het die onze ziekten wegnam en onze kwalen op zich heeft genomen.’
Lees meer ...Matteüs 8:23-34 Naar de overkant van het meer
Hij stapte in de boot en zijn leerlingen volgden Hem. Plotseling begon het meer enorm te kolken, zodat de boot bijna door de golven werd verzwolgen. Maar Jezus sliep. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Heer, red ons toch, we vergaan!’ Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed, kleingelovigen?’ Toen stond Hij op en sprak de wind en het water bestraffend toe, en het meer kwam geheel tot rust. De mensen zeiden vol verbazing: ‘Wat is dit toch voor iemand, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’
Lees meer ...