Soms daalden zij af naar zee, gingen scheep en bevoeren het wijde water, ze zagen de daden van de HEER, Zijn wonderen op de oceaan. Hij sprak en ontketende storm, hoog zweepte Hij de golven op. Zij stegen tot aan de hemel, vielen neer in de diepte, hun maag keerde om van ellende, ze tolden en tuimelden als dronkaards, alle kennis baatte hun niets. Ze riepen in hun angst tot de HEER – Hij leidde hen weg uit vele gevaren, Hij bracht de storm tot zwijgen, de golven gingen liggen. Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam, Hij bracht hen naar een veilige haven.
Lees meer ...Psalmen 108:1-14 Een lied, een psalm van David
Mijn hart is gerust, o God, ik wil zingen en spelen. Mijn ziel, ontwaak met harp en lier, ik wil het morgenrood wekken. U, HEER, zal ik loven in heel de wereld, over U zingen voor alle volken. Hemelhoog is Uw liefde, tot aan de wolken reikt Uw trouw.
Lees meer ...Psalmen 109:1-16 Voor de koorleider. Van David, een psalm 1
God, die ik loof, blijf niet zwijgen, want vijandig en bedrieglijk is de mond van hen die mij beschuldigen, hun tong spreekt niets dan leugens, ze bestoken mij met woorden van haat, zonder reden bestrijden ze mij. Ik bid voor hen, maar mijn liefde roept vijandschap op, ze vergelden goed met kwaad, woorden van haat zijn de dank voor mijn liefde: ‘Wijs een gewetenloos man aan die hem aanklaagt bij de rechter. Dat hij schuldig wordt bevonden en dat zijn gebed God niet bereikt.
Lees meer ...Psalmen 109:17-31 Voor de koorleider. Van David, een psalm 2
Dat de vloek die hij liefhad hem treft, de zegen die hij een ander misgunde hem nooit ten deel zal vallen. Dat de vloek hem als een mantel omhult, zijn lichaam vult als water, zijn gebeente doordringt als olie. Dat de vloek als het kleed is dat hij draagt, als de gordel die hij dagelijks omheeft!’ Laat zó de HEER mijn aanklagers straffen, hen die zelf over mij dit kwaad afroepen. Maar U, HEER, mijn God, doe voor mij wat tot eer van Uw naam is:
Lees meer ...Psalmen 110:1-7 Van David, een psalm
De HEER spreekt tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan Mijn rechterhand, Ik maak van je vijanden een bank voor je voeten.’
Lees meer ...Psalmen 111:1-10 Halleluja!
Ik wil de HEER loven met heel mijn hart in de grote kring van oprechten. Machtig zijn de werken van de HEER, wie ze liefheeft, onderzoekt ze. Zijn daden hebben glans en glorie, Zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd. Hij stelde een gedenkdag in voor Zijn wonderen, genadig en liefdevol is de HEER.
Lees meer ...Psalmen 112:1-10 Halleluja!
Gelukkig de mens met ontzag voor de HEER en met liefde voor Zijn geboden. Zijn nageslacht geniet aanzien in het hele land, de oprechten worden gezegend. Rijkdom en weelde bewonen Zijn huis, en Zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd.
Lees meer ...Psalmen 113:1-9 Halleluja!
Loof, dienaars van de HEER, loof de naam van de HEER. De naam van de HEER zij geprezen van nu tot in eeuwigheid. Van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, zij geloofd de naam van de HEER.
Lees meer ...Psalmen 114:1-8
Toen Israël wegtrok uit Egypte, het volk van Jakob dat vreemdtalige land verliet, werd Juda zijn heiligdom, Israël zijn koninkrijk.
Lees meer ...Psalmen 115:1-18
Niet ons, HEER, niet ons, geef Uw naam alle eer, om Uw liefde, Uw trouw. Waarom zeggen de volken: ‘Waar is die God van hen?’ Onze God is in de hemel, Hij doet wat Hem behaagt. Hun goden zijn van zilver en goud, gemaakt door mensenhanden. Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken, ze hebben ogen, maar kunnen niet zien, ze hebben oren, maar kunnen niet horen, ze hebben een neus, maar kunnen niet ruiken.
Lees meer ...