Zodra het licht begon te worden zetten de engelen Lot aan tot spoed:

‘Vlug, ga hier weg met uw vrouw en uw twee dochters, anders komt u om en wordt u het slachtoffer van de misdrijven die in deze stad zijn begaan.’ Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand, omdat de HEER hem wilde sparen, en ze trokken hem mee de stad uit. Pas buiten de stad bleven ze staan. Toen zei een van hen:

‘Vlucht, uw leven is in gevaar! Kijk niet om en sta nergens in de vallei stil. Vlucht de bergen in, anders komt u om.’ Maar Lot antwoordde:

‘Nee, dat niet, mijn heer! U hebt het beste met uw dienaar voor, u bewijst mij een grote weldaad door mij in leven te laten. Maar ik kan onmogelijk naar de bergen ontkomen, het onheil zou mij inhalen en ik zou alsnog sterven. Dat stadje daar is dichtbij, dat zou ik kunnen halen. Geef mij de kans om daarheen te vluchten, dat zou mijn redding kunnen zijn; het is maar een onbeduidend stadje.’ Hij kreeg ten antwoord:

‘Ook in dit opzicht zal ik u ter wille zijn:

het stadje dat u bedoelt zal ik niet wegvagen. Vlucht daarheen en haast u, want tot u daar aangekomen bent kan ik niets doen.’ Zo kreeg die stad de naam Soar.

De Zon was al opgegaan toen Lot in Soar aankwam. Toen liet de HEER uit de hemel zwavel en vuur neerkomen op Sodom en Gomorra en Hij vernietigde die steden en de hele vallei, met de inwoners van al de steden en met alles wat er op het land groeide. De vrouw van Lot, die achter hem liep, keek om en veranderde in een zuil van zout.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2
Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5
Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 9:18-29 Noach 7
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 11:27-32 Terach
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8
Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2
Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
0Shares