De HEER sprak bij monde van de profeet Jeremia de volgende woorden over Babel en Chaldea. ‘Maak bekend onder alle volken, laat het horen, geef het door, houd het niet verborgen, maak bekend: Babel wordt veroverd, Bel wordt te schande gemaakt, Marduk is ten einde raad. Babels beelden staan te schande, zijn afgoden zijn radeloos. Want een volk rukt op uit het noorden, het maakt Babel tot een woestenij. Niets of niemand zal er meer wonen, ieder mens, elk dier, is op de vlucht geslagen.
Lees meer ...Jeremia 50:11-20 Profetie over Babylonië 2
Chaldeeën, jullie hebben Mijn bezit geplunderd. Ook al waren jullie toen vol blijdschap, ook al hieven jullie vreugdekreten aan, ook al sprongen jullie op als kalveren die mogen dorsen, hinnikten jullie als hengsten – jullie moeder zal te schande staan, de vrouw die je gedragen heeft, wordt vernederd. Ze wordt de geringste onder de volken, een uitgedroogde vlakte, een dorre woestijn. Door de toorn van de HEER wordt Babel ontvolkt, heel de stad wordt een woestenij. Ieder die daar komt zal huiveren, de adem stokt hem in de keel om het onheil dat haar heeft getroffen.
Lees meer ...Jeremia 50:21-32 Profetie over Babylonië 3
Trek op tegen Merataïm, ruk op tegen de inwoners van Pekod. Volg ze, vel ze en vernietig ze – spreekt de HEER -, doe alles wat Ik jullie heb bevolen. Hoor! Het land is vol wapengekletter, het gaat gebukt onder oorlogsgeraas. Ach, nu is de hamer die de hele aarde sloeg, gespleten en verbrijzeld. Ach, nu is Babel zelf een schrikbeeld voor elk volk. Babel, je hebt jezelf een val gezet en bent gevangen, zonder het te merken. Je bent gestrikt, kunt nergens heen, want je hebt de HEER getart. De HEER heeft Zijn wapenkamer geopend, Hij heeft in Zijn woede Zijn wapens gegrepen.
Lees meer ...Jeremia 50:33-40 Profetie over Babylonië 4
Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ook al wordt het volk van Israël verdrukt, samen met het volk van Juda, ook al houdt hun vijand hen vast en mogen ze van hem niet gaan – hun Beschermer is sterk. Zijn naam is HEER van de hemelse machten! Hij zal zeker voor hun recht opkomen.
Lees meer ...Jeremia 50:41-46 Profetie over Babylonië 5
Er komt een volk aan uit het noorden, een grote overmacht. Vele koningen, van de einden der aarde, worden aangevuurd tot de strijd. Ze houden boog en zwaard gereed, wreed zijn ze, meedogenloos. Hun krijgsrumoer klinkt als een bulderende zee, ze komen op paarden aangestormd. Hun leger staat in slagorde, als één man gereed voor de strijd.
Lees meer ...Jeremia 51:1-13 1
Dit zegt de HEER: Ik ontketen een vernietigende storm over Babel, over de bevolking van Leb-Kamai. Ik stuur vreemde volken op hen af. Die zullen hen uiteenslaan, ze plunderen het hele land. Op die onheilsdag komen ze van alle kanten op hen af. Laat de boogschutters hun pijlen richten op ieder die de boog spant tegen hen, ieder die het harnas aangordt. Spaar zelfs de jongste strijders niet, vernietig heel het leger. In Chaldea zullen velen sneuvelen, ze liggen doorstoken in de straten, want het land boet voor zijn schuld tegen de Heilige van Israël. God laat Israël niet als weduwe achter, de HEER van de hemelse machten laat Juda niet in de steek.
Lees meer ...Jeremia 51:14-26 2
De HEER van de hemelse machten heeft bij Zichzelf gezworen: Ik bedek dat land met vijanden, als sprinkhanen zo talrijk, ze heffen strijdkreten tegen je aan.’ Hij die de aarde heeft gemaakt met Zijn kracht, de wereld heeft gegrondvest met Zijn wijsheid, de hemel heeft gespannen met Zijn inzicht – als Hij Zijn stem verheft, ruist water uit de hemel neer. Wolken wekt Hij aan de einder, bliksems smeedt Hij, de regen valt, Hij laat de wind los uit Zijn schatkamers.
Lees meer ...Jeremia 51:27-40 3
Steek overal op aarde de strijdvaan op. Blaas de ramshoorn onder alle volken, in het rijk van Ararat, Minni en Askenaz. Bereid ze voor op de strijd tegen Babel. Stel officieren aan die de veldtocht leiden. Laat woeste paarden aanstormen, als een bende sprinkhanen. Bereid vele volken voor op de strijd, de koning van Medië, bestuurders en bevelhebbers, allen in het rijk waarover hij heerst. De aarde beeft en schreeuwt als in barensnood. De HEER voert Zijn plannen tegen Babel uit: Hij maakt het land tot een onbewoonde woestenij. De Babyloniërs staken de strijd, de soldaten komen hun forten niet meer uit. Hun kracht verdampt, ze worden als vrouwen. De huizen worden in brand gestoken, de sluitboom van de stadspoort wordt verbrijzeld.
Lees meer ...Jeremia 51:41-54 4
Ach, nu is Sesach veroverd, nu is het sieraad van de hele aarde ingenomen, nu is Babel een schrikbeeld voor elk volk. Een zee rijst op tegen Babel, het wordt overspoeld door machtige golven. De steden eromheen worden een woestenij, een uitgedroogde vlakte, een dorre woestijn. Niemand zal er wonen, geen mens trekt erdoorheen. Ik zal Bel, de god van Babel, straffen. Ik dwing hem heel zijn prooi weer uit te braken, de toestroom van de volken is voorbij. Babels muren zullen vallen! Vlucht, Mijn volk, ontvlucht de stad, laat ieder vluchten voor de grote toorn van de HEER.
Lees meer ...Jeremia 51:55-64 5
De HEER vernietigt Babel, Hij maakt een einde aan het feestgedruis. Zijn troepen overspoelen het als donderende golven. Een vernietiger trekt op tegen Babel, de soldaten geven zich gewonnen, hun bogen worden stukgebroken. Want de HEER is een God die wreekt, Zijn vergelding kan niet worden afgewend. Ik zal Babels leiders en wijzen, bestuurders, bevelhebbers en soldaten dronken voeren. Ze vallen voorgoed in slaap, ze worden nooit meer wakker – spreekt de Koning, wiens naam is HEER van de hemelse machten. Dit zegt de HEER van de hemelse machten:
Lees meer ...