Page 10 of 11
1 8 9 10 11

Matteüs 26:1-16 Jezus met kostbare olie gebalsemd

Toen Jezus deze laatste rede had uitgesproken, zei Hij tegen Zijn leerlingen: ‘Over twee dagen is het, zoals jullie weten, Pesach. Dan wordt de Mensenzoon uitgeleverd om gekruisigd te worden.’ Ondertussen kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, Kajafas. Daar beraamden ze het plan om Jezus door middel van een list gevangen te nemen en Hem te doden. ‘Maar niet op het feest, ‘zeiden ze, ‘want dan komt het volk in opstand.’

0Shares
Lees meer ...

Matteüs 26:17-30 Het pesachmaal 1

Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood kwamen de leerlingen naar Jezus toe en vroegen: ‘Waar wilt U dat wij voorbereidingen treffen zodat U het pesachmaal kunt eten?’ Hij zei: ‘Ga naar de stad en zeg tegen de persoon die jullie bekend is: “De Meester zegt: ‘Mijn tijd is nabij, bij jou wil Ik met Mijn leerlingen het pesachmaal gebruiken.'”‘ De leerlingen deden wat Jezus hun had opgedragen en bereidden het pesachmaal. Toen de avond was gevallen, lag Hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd. Onder het eten zei Hij tegen hen:

0Shares
Lees meer ...

Matteüs 26:36-45 In Getsemane 1

Vervolgens ging Jezus met Zijn leerlingen naar een olijfgaard die Getsemane genoemd werd. Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten, Ik ga daar bidden.’ Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee. Toen Hij zich bedroefd en angstig voelde worden, zei Hij tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier met Mij waken.’ Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan!

0Shares
Lees meer ...

Matteüs 26:46-56 In Getsemane 2

Sta op, laten we gaan; kijk, hij die me uitlevert, is al vlakbij.’ Nog voor Hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. ‘Degene die ik kus, ‘had hij gezegd, ‘die is het, die moet je gevangennemen.’ Hij liep recht op Jezus af, zei: ‘Gegroet, rabbi!’ en kuste Hem. Jezus zei tegen hem: ‘Vriend, ben je daarvoor gekomen?’

0Shares
Lees meer ...

Matteüs 26:57-68 Jezus verhoord en verloochend 1

Zij die Jezus gevangengenomen hadden, leidden Hem voor aan Kajafas, de hogepriester bij wie de schriftgeleerden en de oudsten bijeengekomen waren. Petrus volgde Hem op een afstand tot op de binnenplaats van het paleis van de hogepriester; daar ging hij tussen de knechten zitten om te zien hoe het zou aflopen. De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden een valse getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze Hem ter dood zouden kunnen veroordelen,

0Shares
Lees meer ...

Matteüs 27:1-14 Jezus voor Pilatus 1

De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. Nadat ze Hem geboeid hadden, leidden ze Hem weg en leverden Hem over aan Pilatus, de prefect. Toen Judas, die Hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug en zei: ‘Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.’ Maar zij zeiden: ‘Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!’

0Shares
Lees meer ...

Matteüs 27:15-26 Jezus voor Pilatus 2

Nu had de prefect de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten, en die door het volk te laten kiezen. Er zat toen een beruchte gevangene vast, die Jezus Barabbas genoemd werd. En dus vroeg Pilatus hun, toen ze daar waren samengestroomd: ‘Wie wilt u dat ik vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die de messias wordt genoemd?’ Hij wist namelijk dat ze Hem uit afgunst hadden uitgeleverd. Terwijl hij op de rechterstoel zat, werd hem een boodschap van zijn vrouw gebracht:

0Shares
Lees meer ...

Matteüs 27:27-44 Kruisiging 1

De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om Hem heen. Ze kleedden Hem uit en deden Hem een scharlakenrode mantel om, ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op Zijn hoofd. Ze gaven Hem een rietstok in Zijn rechterhand en vielen voor Hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de Joden, ‘ en ze spuwden op Hem, pakten Hem de rietstok weer af en sloegen Hem tegen het hoofd. Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem de mantel uit, deden Hem Zijn kleren weer aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen.

0Shares
Lees meer ...
Page 10 of 11
1 8 9 10 11