Page 78 of 323
1 76 77 78 79 80 323

Jesaja 4:1-6

Op die dag storten zeven vrouwen zich op één man: ‘Wij zullen zelf voor ons voedsel zorgen en in onze eigen kleding voorzien. Laat ons slechts uw naam dragen, neem de schande van ons weg.’ De HEER vernieuwt Jeruzalem. Op die dag zal de HEER het land tot bloei brengen, het zal als een kostbaar sieraad zijn. De rijke vrucht van het land zal elke Israëliet die ontkomen is met trots vervullen.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 5:1-15 Het lied van de wijngaard 1

Voor mijn geliefde wil ik zingen het lied van mijn lief en zijn wijngaard. Mijn geliefde had een wijngaard, gelegen op vruchtbare grond. Hij bewerkte de grond, haalde de stenen eruit en plantte een edele druivensoort. Hij bouwde er een wachttoren, hakte ook een perskuip uit. Hij verwachtte veel van zijn wijngaard, maar die bracht slechts wrange druiven voort. Welnu, inwoners van Juda en Jeruzalem, spreek recht tussen mij en mijn wijngaard. Wat kon ik meer aan mijn wijngaard doen, wat heb ik te weinig gedaan? Ik verwachtte zo veel van mijn wijngaard, waarom bracht hij slechts wrange druiven voort? Luister, ik zal jullie vertellen wat ik met mijn wijngaard ga doen:

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 5:16-30 Het lied van de wijngaard 2

De HEER van de hemelse machten houdt het recht hoog, de heilige God toont zich heilig in Zijn gerechtigheid. De schapen zullen grazen als op hun eigen grond, rondzwerven tussen de puinhopen van de rijken. Wee degenen die de straf naar zich toe halen met de touwen van onrecht, en de zonde met de dissel van een wagen; die smalen: ‘Laat de HEER opschieten en Zijn werk afmaken. Wij willen het nu wel eens zien. Laat de Heilige van Israël komen met Zijn plan en het uitvoeren, zodat we het eindelijk weten.’ Wee degenen die het kwade goed noemen en het goede kwaad, die het licht tot duisternis maken en het duister tot licht, die van zoet bitter maken en van bitter zoet.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 6:1-13 Jesaja geroepen

In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Heer, gezeten op een hoogverheven troon. De zoom van Zijn mantel vulde de hele tempel. Boven Hem stonden serafs. Elk van hen had zes vleugels, twee om het gezicht en twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen. Zij riepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van Zijn majesteit.’ Door het luide roepen schudden de deurpinnen in de dorpels, en de tempel vulde zich met rook. Ik schreeuwde het uit: ‘Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 7:1-16 Het teken van Immanuel 1

In de tijd dat Achaz, de zoon van Jotam, de zoon van Uzzia, regeerde over Juda, trok koning Resin van Aram samen met koning Pekach van Israël, de zoon van Remaljahu, op naar Jeruzalem. Hij belegerde de stad, maar slaagde er niet in haar in te nemen. Toen het koningshuis van David het bericht kreeg dat Aram en Efraïm de krachten gebundeld hadden, sloeg de koning en zijn volk de schrik om het hart, en zij beefden als bomen in de storm. Toen zei de HEER tegen Jesaja: ‘Ga samen met je zoon Sear-Jasub Zeg tegen hem: “Houd het hoofd koel, laat u geen schrik aanjagen door die twee smeulende stukken hout, Resin van Aram en de zoon van Remaljahu, hoe hoog hun woede ook oplaait.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 8:1-10 Onheil over een volk zonder vertrouwen 1

De HEER zei tegen mij: ‘Neem een groot schrijftablet en noteer daarop in leesbaar schrift: haastige roof, spoedige buit.’  Als betrouwbare getuigen koos ik de priester Uria en Zecharja, de zoon van Jeberechjahu.  Ik had gemeenschap met de profetes; zij werd zwanger en baarde een zoon. De HEER zei tegen mij: ‘Geef hem de naam “Haastige roof, spoedige buit”.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 8:11-23 Onheil over een volk zonder vertrouwen 2

Toen greep de HEER mij bij de hand en hield me voor dat ik me anders moest gedragen dan dit volk. Hij zei: ‘Noem niet alles een samenzwering wat zij een samenzwering noemen. Wees niet bang voor wat hun angst aanjaagt, heb er geen ontzag voor.  Alleen de HEER van de hemelse machten is heilig, voor Hem zijn angst en ontzag op hun plaats.  Hij zal een heiligdom zijn, maar ook de steen waaraan men zich stoot, de rots waarover de twee koningshuizen van Israël struikelen, de valstrik en het net waarin de inwoners van Jeruzalem verstrikt raken.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 9:1-11 De opgeheven hand van de HEER 1

Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf U het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, U hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds. Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan kleeft, ze worden verbrand, een prooi van het vuur.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 9:12-20 De opgeheven hand van de HEER 2

Het volk keert niet terug naar wie hen sloeg, de HEER van de hemelse machten zoeken zij niet. Daarom zal de HEER bij Israël in één haal kop en staart, palmtak en riet afsnijden; de kop zijn de oudsten en aanzienlijken, en de staart de leugenprofeten. De leiders van het volk misleiden het, het volk dat leiding zoekt, is op een dwaalspoor gebracht.

0Shares
Lees meer ...
Page 78 of 323
1 76 77 78 79 80 323