Page 57 of 323
1 55 56 57 58 59 323

Psalmen 69:17-37 Voor de koorleider. Op de wijs van De lelies. Van David 2

Antwoord mij, HEER, U bent genadig en goed, keer U tot mij, zie mij in erbarmen aan. Verberg Uw gelaat niet voor Uw dienaar, antwoord mij snel, want de angst benauwt mij. Wees mij nabij en bevrijd mij, verlos mij van mijn vijanden. U kent mijn smaad, mijn schande, mijn schaamte, al mijn belagers staan voor U. Smaad heeft mijn hart gebroken, ik ben radeloos, ik hoopte op mededogen – vergeefs; op troost – die ik niet vond. Nee, ze mengden gif door mijn eten en lesten mijn dorst met azijn. Laat hun tafel hun valstrik worden en een valkuil voor hun vrienden. Laat het licht uit hun ogen verdwijnen, beroof hun lendenen van alle kracht.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 71:1-13 1

Bij U, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande, red en bevrijd mij, doe mij recht, hoor mij en kom mij te hulp. Wees de rots waarop ik kan wonen, waar ik altijd heen kan gaan. U hebt mijn redding bevolen, mijn rots en mijn burcht, dat bent U.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 71:14-24 2

Ik blijf naar U uitzien, altijd, U lof brengen, meer en meer.  Mijn mond verhaalt van Uw gerechtigheid, van Uw reddende daden, dag aan dag, hun aantal kan ik niet tellen. Spreken zal ik over Uw macht, HEER, mijn God, de rechtvaardigheid roemen van U alleen. God, U onderwees mij van jongs af aan, en steeds nog vertel ik Uw wonderen. Nu ik oud en grijs ben, verlaat mij niet, o God, zodat ik het nageslacht, elk nieuw kind, kan verhalen van de macht van Uw arm.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 72:1-20 Van Salomo

Geef, o God, Uw wetten aan de koning, Uw gerechtigheid aan de koningszoon. Moge hij Uw volk rechtvaardig besturen, Uw arme volk naar recht en wet. Mogen de bergen vrede brengen aan het volk en de heuvels gerechtigheid. Moge hij recht doen aan de zwakken, redding bieden aan de armen, maar de onderdrukker neerslaan. Moge hij leven zolang de zon bestaat, zolang de maan zal schijnen, van geslacht op geslacht. Moge hij zijn als regen die valt op kale akkers, als buien die de aarde doordrenken. Moge in zijn dagen de rechtvaardige bloeien, de vrede wereldwijd zijn tot de maan niet meer bestaat. Moge hij heersen van zee tot zee, van de Grote Rivier tot de einden der aarde. 

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 73:1-28 Een psalm van Asaf

Ja, God is goed voor Israël, voor wie zuiver zijn van hart! Toch had ik bijna een misstap begaan, bijna waren mijn voeten uitgegleden, want ik keek met afgunst naar de dwazen, benijdde het geluk van wie kwaad doen. Tot hun dood blijven zij voor ziekte gespaard, hun buik is goedgevuld, aardse kwellingen kennen zij niet, het lijden van anderen gaat aan hen voorbij. Daarom is hoogmoed hun halssieraad en bedekt geweld hen als een mantel, hun ogen puilen uit het vet, van eigenwaan zwelt hun hart.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 74:1-23 Een kunstig lied van Asaf

Waarom, God, hebt U ons voor altijd verstoten, brandt Uw woede tegen de schapen die U hoedt? Denk aan het volk dat U ooit hebt verworven, de stam die U hebt vrijgekocht, Uw eigen bezit, de Sionsberg waar U ging wonen. Kom naar de stad die voor altijd in puin ligt, de vijand liet niets van het heiligdom heel. In het hart van Uw huis brulden Uw tegenstanders, zij zetten er hun zegetekens neer. Zoals met kapmessen wordt ingehakt op struikgewas en kreupelhout, zo sloegen zij met bijl en breekijzer al het snijwerk kort en klein.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 76:1-13 Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van Asaf, een lied

Vermaard is God in Juda, groot is Zijn naam in Israël. In Salem sloeg Hij Zijn tent op, in Sion lag Hij in hinderlaag. Daar brak Hij bogen en pijlen, schilden en zwaarden, oorlogstuig. Hoe stralend bent U, hoe machtig, vanuit het gebergte loerend op prooi. Dapperen werden beroofd, in slaap verzonken, geen held die zijn kracht nog hervond. Al door Uw dreigen, God van Jakob, bezweken ruiters en paarden.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 77:1-21 Voor de koorleider. Op de wijs van Jedutun. Van Asaf, een psalm

Luid roep ik God, ik schreeuw het uit, luid roep ik God – dat Hij mij hoort.  Op de dag van mijn nood zoek ik de Heer, bij nacht hef ik mijn handen, rusteloos, mijn ziel laat zich niet troosten. Ik denk aan God en moet zuchten, mijn gedachten vermoeien mijn geest. U laat me mijn ogen niet sluiten, van onrust vind ik geen woorden, ik zie terug op voorbije tijden, op de dagen en jaren van vroeger, bij nacht denk ik aan mijn spel op de snaren, mijn hart zoekt, mijn geest vraagt: Zou de Heer voor eeuwig verstoten, zou Hij niet langer liefhebben? Is Zijn trouw voorgoed verdwenen, Zijn woord voor eens en altijd verstomd? Vergeet God genadig te zijn, verbergt Zijn ontferming zich achter Zijn toorn?

0Shares
Lees meer ...
Page 57 of 323
1 55 56 57 58 59 323