Page 8 of 9
1 6 7 8 9

Job 33:1-17 Elihu’s betoog 2

Welnu, Job, hoor mij aan, luister naar wat ik te berde breng. Dit is wat ík te zeggen heb, de woorden liggen op mijn tong. Ik zal oprecht spreken, vanuit mijn hart, ik zal met een eerlijk oordeel komen. De geest van God heeft mij gemaakt, de adem van de Ontzagwekkende doet mij leven. Als je daartoe in staat bent, antwoord mij; maak je klaar voor de strijd, stel je teweer. Voor God zijn wij elkaars gelijken, jij bent net als ik uit leem gevormd.

0Shares
Lees meer ...

Job 33:18-33 Elihu’s betoog 3

Hij behoedt hem voor de val in de afgrond, voor het oversteken van de doodsrivier. Of de pijn op zijn ziekbed wijst hem terecht, de nooit aflatende strijd in zijn lichaam, waardoor hij geen voedsel verdraagt en walgt van zijn lievelingsgerecht. Hij teert weg tot een schim van zichzelf, en zijn botten, eerst onzichtbaar, steken uit. Hij kruipt naar de afgrond, nadert de herauten van de dood.

0Shares
Lees meer ...

Job 34:1-20 Elihu’s betoog 4

En Elihu vervolgde: ‘Luister, wijzen, naar mijn woorden, jullie die alles weten, hoor wat ik zeg. Want het oor toetst de woorden, zoals het gehemelte het voedsel proeft. Laten we samen onderzoeken wat juist is, laten we met elkaar vaststellen wat goed is. Welnu, Job heeft gezegd: “Ik sta in mijn recht, maar God heeft het mij onthouden. Ondanks mijn gelijk ga ik voor leugenaar door; een dodelijke pijl heeft mij getroffen, al heb ik niets misdaan.” Is er een tweede zoals Job, die zijn dorst met laster lest, die zich onder de onrechtplegers schaart en omgaat met wettelozen?

0Shares
Lees meer ...

Job 34:21-37 Elihu’s betoog 5

Want Gods oog is op de wegen van de mens gericht, geen van zijn stappen blijft voor Hem verborgen. Geen donker is zo diep, zo zwart, dat het onrechtplegers kan verbergen. Het is niet aan de mens het tijdstip te bepalen waarop God Zijn rechtsgeding begint. God maakt korte metten met de machtigen en stelt anderen in hun plaats. Jazeker, Hij doorziet hun daden en brengt hen in de nacht ten val; verpletterd liggen ze terneer. Ter plaatse, ten overstaan van allen, geselt Hij hen voor hun goddeloosheid. Want ze hebben zich van Hem verwijderd, ze slaan geen acht op de wegen die Hij wijst;

0Shares
Lees meer ...

Job 35:1-16 Elihu’s betoog 6

En Elihu vervolgde: ‘Denk je dat het juist is om te zeggen: “Ik sta in mijn recht tegenover God”? Je zegt: “Wat baat het U, God, wat heeft het voor nut als ik niet zondig?” Ik zal je daarop het antwoord geven, jou en ook je vrienden. Kijk eens naar de hemel en aanschouw de wolken boven je. Als je zondigt, schaad je Hem daarmee? Deert het Hem als je veel misstappen begaat? Als je rechtvaardig bent, wat geef je Hem dan? Een geschenk, dat Hij uit jouw hand ontvangt?

0Shares
Lees meer ...

Job 36:1-14 Elihu’s betoog 7

En Elihu vervolgde: ‘Heb een ogenblik geduld, dan laat ik je zien dat er nog veel meer over God te zeggen is. Mijn kennis komt uit vele bronnen en ik zal mijn Schepper recht doen. Want in mijn woorden steekt geen bedrog; voor je staat een man die weet waarover hij spreekt. Welnu, God is machtig, maar minacht niet, want Hij is machtig door Zijn oordeelskracht.

0Shares
Lees meer ...

Job 36:15-33 Elihu’s betoog 8

God redt echter de vertrapten, door ellende, tegenspoed opent Hij hun de ogen. Ook jou lokte Hij weg van het gevaar dat je benauwde, naar een plaats waar je vrij kon ademhalen en je tafel met vette spijzen overladen was. Maar jij denkt slechts aan de veroordeling van goddelozen, al ontkom je zelf evenmin aan een geding en vonnis. Pas op: laat je woede je niet meeslepen, vertrouw niet op…

0Shares
Lees meer ...

Job 37:1-13 Elihu’s betoog 9

Ja, hierdoor beeft mijn hart, het klopt mij in de keel. Luister, luister naar Zijn daverende stem, naar het rommelen dat uit Zijn mond komt. Hij laat het rollen langs de hele hemel, Zijn schichten lichten tot het einde van de aarde. Dan horen we Zijn donder bulderen, zo is het geluid van Zijn majesteitelijke stem, en doet Hij eenmaal van zich spreken, dan laat Hij steeds meer bliksems volgen.

0Shares
Lees meer ...

Job 37:14-24 Elihu’s betoog 10

Laat dit tot je doordringen, Job, sta even stil en heb oog voor Gods wonderen. Weet jij hoe God ze onder Zijn bevel brengt, hoe Zijn licht de wolken doorboort? Weet jij hoe de wolken blijven zweven, hoe Hij die alles weet Zijn wonderen verricht? Wanneer de aarde in de zuidenwind verstart en de hitte jou in je kleren al te machtig wordt, kun jij dan als Hij de hemelkoepel uithameren,

0Shares
Lees meer ...

Job 38:1-21 Gods antwoord aan Job 1

En de HEER antwoordde Job vanuit een storm. Hij zei: ‘Wie is het die Mijn besluit bedekt onder woorden vol onverstand? Sta op, Job, wapen je; Ik zal je ondervragen, zeg Mij wat je weet. Waar was jij toen Ik de aarde grondvestte? Vertel het me, als je zoveel weet. Wie stelde haar grenzen vast? Jij weet dat toch? Wie strekte het meetlint over haar uit? Waar zijn haar sokkels verankerd, wie heeft haar hoeksteen gelegd, terwijl de morgensterren samen jubelden en Gods zonen het uitschreeuwden van vreugde? En wie sloot de zee af met een deur, toen ze uit de schoot van de aarde brak?

0Shares
Lees meer ...
Page 8 of 9
1 6 7 8 9