Handelingen 20:25-38 Afscheid van de gemeente van Efeze 2

Ik weet dat niemand van u, aan wie ik op mijn reizen het koninkrijk heb verkondigd, mij terug zal zien. Daarom verklaar ik hier op deze dag dat ik voor niemands ondergang verantwoordelijk ben; ik heb immers mijn uiterste best gedaan om u vertrouwd te maken met Gods wil. Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente, die Hij verworven heeft door het bloed van Zijn eigen Zoon.

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 21:1-14 Naar Tyrus en Caesarea

Nadat we ons met moeite van hen hadden losgemaakt, kozen we zee en zetten rechtstreeks koers naar Kos. De dag daarop bereikten we Rhodos, en van daar voeren we naar Patara. Daar vonden we een schip dat de oversteek naar Fenicië zou maken. We gingen aan boord en voeren weg. We kregen Cyprus in zicht, maar lieten het links liggen en zeilden verder naar Syrië, waar we de haven van Tyrus binnenliepen. Daar moest het schip zijn lading lossen. We gingen op zoek naar de leerlingen en bleven een week bij hen. Geïnspireerd door de Geest zeiden ze tegen Paulus dat hij niet moest doorreizen naar Jeruzalem. Maar toen ons oponthoud ten einde liep, vertrokken we weer,

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 21:15-26 Ontvangst in Jeruzalem

Korte tijd later maakten we ons reisvaardig en gingen naar Jeruzalem. Enkele leerlingen uit Caesarea gingen met ons mee. Ze brachten ons naar Mnason, een Cyprioot die al vanaf het begin bij de leerlingen hoorde en bij wie we zouden verblijven. Bij onze aankomst in Jeruzalem ontvingen de gelovigen ons gastvrij. De volgende dag ging Paulus met ons naar Jakobus, bij wie alle oudsten waren samengekomen. Nadat Paulus hen begroet had, vertelde hij tot in bijzonderheden wat God door zijn verkondigingswerk onder de heidenen tot stand had gebracht. Toen ze dat hoorden, prezen en eerden ze God en zeiden: ‘Je hebt kunnen zien, broeder,

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 21:27-36 Paulus gearresteerd

Toen de zeven dagen van de reiniging bijna verstreken waren, zagen Joden uit Asia Paulus in de tempel. Ze grepen hem vast en brachten grote opschudding teweeg onder de tempelbezoekers. Ze schreeuwden: ‘Israëlieten, kom ons helpen! Dit is de man die zich telkens weer tegen het Joodse volk keert en tegen de wet en de tempel. Bovendien heeft hij ook Grieken de tempel binnengebracht, en daarmee heeft hij deze heilige plaats ontwijd.’ Ze hadden hem namelijk kort tevoren met de Efeziër Trofimus in de stad gezien, en ze dachten dat Paulus hem had meegenomen naar de tempel.

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 22:1-15 Verdedigingsrede van Paulus 2

‘Broeders, zusters, en u, leden van het Sanhedrin, luister naar wat ik tot mijn verdediging heb aan te voeren.’ Toen de menigte hoorde dat hij hen in het Hebreeuws toesprak, werd het nog stiller. Paulus vervolgde: ‘Ik ben een Jood, geboren in Tarsus in Cilicië, maar opgegroeid in deze stad. Ik heb als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten en ben strikt volgens de voorschriften van de wet van onze voorouders opgevoed. Ik ben een vurig dienaar van God, en u allen geeft vandaag blijk van hetzelfde. Ik heb de aanhangers van de Weg tot de dood toe vervolgd. Mannen en vrouwen heb ik gevangengenomen en laten opsluiten, iets dat de hogepriester en de hele raad van oudsten kunnen bevestigen.

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 22:16-29 Verdedigingsrede van Paulus 3

Wat aarzel je dan nog? Sta op, laat je dopen en je zonden wegwassen, terwijl je Zijn naam aanroept.” Later, toen ik terug was in Jeruzalem en in de tempel aan het bidden was, werd ik opeens gegrepen door een visioen. Ik zag de Heer, die tegen me zei: “Haast je en vertrek meteen uit Jeruzalem, want ze zullen van jou geen getuigenis over Mij aanvaarden.” Ik zei: “Heer, ze weten toch dat ik vroeger de mensen die in U geloven heb laten opsluiten in de gevangenis en dat ik hen in de synagogen heb laten geselen? Ook toen Stefanus zijn getuigenis over U met de dood moest bekopen, was ik erbij. Ik hield de mantels van degenen die hem doodden in bewaring en keurde de moord op hem goed.”

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 23:1-11 Voor het Sanhedrin 2

Paulus vestigde zijn blik op de leden van het Sanhedrin en zei: ‘Broeders, ik heb een volstrekt zuiver geweten, want tot op de dag van vandaag heb ik mijn leven altijd in dienst gesteld van God.’ Ananias, de hogepriester, gaf degenen die naast hem stonden opdracht hem op zijn mond te slaan. Daarop zei Paulus tegen hem: ‘God zal ú slaan, huichelaar! U zit daar om volgens de wet recht over mij te spreken, en toch overtreedt u zelf de wet door bevel te geven mij te slaan?’ De omstanders zeiden: ‘Scheld je de hogepriester van God uit?’ Toen zei Paulus: ‘Ik wist niet, broeders, dat hij de hogepriester is.

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 23:12-24 Samenzwering tegen Paulus 1

Toen de dag aanbrak, verzamelde zich een groep Joden, die zwoeren dat ze niet zouden eten of drinken voor ze Paulus hadden gedood. Meer dan veertig mannen namen aan deze samenzwering deel. Ze gingen naar de hogepriesters en de oudsten en zeiden: ‘We hebben een heilige eed gezworen om niets meer te eten voor we Paulus hebben gedood. Dient u daarom nu, onder het voorwendsel dat u de beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht nader wilt onderzoeken, namens het hele Sanhedrin een verzoek in bij de tribuun om hem naar u toe te laten brengen. Dan staan wij klaar om hem nog vóór zijn aankomst te doden.’ De zoon van Paulus’ zuster hoorde echter van dit plan.

0Shares
Lees meer ...