Page 8 of 13
1 6 7 8 9 10 13

Psalmen 62:1-13 Voor de koorleider. Op de wijs van Jedutun. Een psalm van David

Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust, van Hem komt mijn redding. Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, nooit zal ik wankelen. Hoe lang nog vallen jullie aan op één man en bedreigen jullie hem met de dood? Hij is als een muur die omvalt, als een wal die op instorten staat. Zij willen hem van zijn hoogte storten, de leugen is hun lust en hun leven, een zegenwens ligt op hun lippen, maar in hun hart verbergt zich een vloek.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 64:1-11 Voor de koorleider. Een psalm van David

Hoor mijn stem, God, hoor mijn klacht, behoed mij voor de dreiging van de vijand, verberg mij voor die misdadige bende, voor die meute van boosdoeners. Ze scherpen hun tong als een mes, ze richten hun pijl, een giftig woord, uit verborgen hoeken schieten ze op een onschuldige, ze schieten onverhoeds, voor niemand bang. Ze wapenen zich met kwade woorden, overwegen het zetten van een val, en zeggen: ‘Wie zou het zien?’

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 65:1-14 Voor de koorleider. Een psalm van David, een lied

U komt de lof toe, God die woont op de Sion, U zult ontvangen wat U is beloofd. U die ons bidden hoort – tot U komt de sterveling. Worden onze zonden mij te zwaar, U neemt weg wat wij misdeden. Gelukkig wie door U gekozen is en U mag naderen, hij mag wonen in Uw voorhoven. Wij genieten het goede van Uw huis, het heilige van Uw tempel.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 66:1-20 Voor de koorleider. Een lied, een psalm

Heel de aarde, juich voor God,  bezing de eer van Zijn naam, breng Hem eer en lof. Zeg tot God: ‘Hoe ontzagwekkend zijn Uw daden, Uw vijanden kruipen voor U, zo groot is Uw macht. Laat heel de aarde voor U buigen en zingen, Uw naam bezingen.’ Kom en zie de werken van God, Zijn daden vervullen de mens met ontzag: Hij heeft de zee veranderd in droog land, Zijn volk trok te voet door de rivier. Laten wij ons dan in Hem verheugen: machtig heerst Hij voor eeuwig, Zijn ogen waken over de volken. Laat niemand zich tegen Hem verzetten.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 68:1-19 Voor de koorleider. Van David, een psalm, een lied 1

God staat op, Zijn vijanden stuiven uiteen, Zijn haters vluchten als Hij verschijnt.  U verdrijft ze zoals wind de rook verdrijft. Zoals was smelt bij het vuur, zo vergaan de zondaars als God verschijnt. Maar de rechtvaardigen verblijden zich, zij juichen als God verschijnt, uitgelaten van vreugde. Zing voor God, bezing Zijn naam, maak ruim baan voor Hem die door de vlakten rijdt, HEER is Zijn naam, jubel als Hij verschijnt: vader van wezen, beschermer van weduwen, God in Zijn heilig verblijf. God geeft eenzamen een thuis en gevangenen vrijheid en voorspoed. Maar opstandigen zullen wonen op dorre grond. 

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 68:20-36 Voor de koorleider. Van David, een psalm, een lied 2

Geprezen zij de Heer, dag aan dag, deze God draagt ons en redt ons, onze God is een reddende God. Bij God, de HEER, is bevrijding uit de dood. God verplettert de hoofden van Zijn vijanden, de harige kruinen van wie met schuld zijn beladen. De Heer zegt: ‘Ik haal jullie vijanden uit Basan, Ik haal ze uit de diepten van de zee: jullie voeten zullen waden in hun bloed, met hun tong zullen jullie honden ervan likken.’ Een schouwspel is Uw stoet, o God, de stoet van mijn God, mijn Koning, naar Zijn heiligdom: voorop zangers, daarachter snarenspelers, omstuwd door meisjes met tamboerijnen.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 69:1-16 Voor de koorleider. Op de wijs van De lelies. Van David 1

Red mij, God, het water staat aan mijn lippen, ik zink weg in bodemloos slijk en vind geen grond voor mijn voeten, ik ben in diep water geraakt, de stroom sleurt mij mee. Uitgeput ben ik van het roepen, mijn keel is schor geschreeuwd, mijn ogen zijn verzwakt van het uitzien naar mijn God. Talrijker dan de haren op mijn hoofd zijn zij die mij haten zonder reden, met velen zijn mijn belagers, mijn vijanden die mij bedriegen: teruggeven moet ik wat ik niet heb geroofd.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 69:17-37 Voor de koorleider. Op de wijs van De lelies. Van David 2

Antwoord mij, HEER, U bent genadig en goed, keer U tot mij, zie mij in erbarmen aan. Verberg Uw gelaat niet voor Uw dienaar, antwoord mij snel, want de angst benauwt mij. Wees mij nabij en bevrijd mij, verlos mij van mijn vijanden. U kent mijn smaad, mijn schande, mijn schaamte, al mijn belagers staan voor U. Smaad heeft mijn hart gebroken, ik ben radeloos, ik hoopte op mededogen – vergeefs; op troost – die ik niet vond. Nee, ze mengden gif door mijn eten en lesten mijn dorst met azijn. Laat hun tafel hun valstrik worden en een valkuil voor hun vrienden. Laat het licht uit hun ogen verdwijnen, beroof hun lendenen van alle kracht.

0Shares
Lees meer ...
Page 8 of 13
1 6 7 8 9 10 13