Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: ‘Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk van de hemel?’ Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer en zei: ‘Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan.
Lees meer ...Matteüs 18:8-14 Onderricht aan Petrus en de leerlingen 3
En als je hand of je voet je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af en werp hem weg: je kunt beter verminkt of kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen of twee voeten in het eeuwigbrandend vuur geworpen worden. Brengt je oog je op de verkeerde weg, ruk het dan uit en werp het weg: je kunt beter met één oog het leven binnengaan dan in het bezit van twee ogen in het vuur van de Gehenna geworpen worden.
Lees meer ...Matteüs 18:15-20 Onderricht aan Petrus en de leerlingen 4
Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden. Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee getuigen.
Lees meer ...Matteüs 18:21-24 Onderricht aan Petrus en de leerlingen 5
Daarop kwam Petrus bij Hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’
Lees meer ...Matteüs 18:25-35 Onderricht aan Petrus en de leerlingen 6
Omdat hij niets kon terugbetalen, gaf zijn heer bevel dat de man samen met zijn vrouw en kinderen en alles wat hij bezat verkocht moest worden, zodat de schuld kon worden ingelost. Toen wierp de dienaar zich aan de voeten van zijn heer en smeekte hem: “Heb geduld met mij, ik zal u alles terugbetalen.” Zijn heer kreeg medelijden, hij liet hem vrij en schold hem de geleende som kwijt. Toen deze dienaar naar buiten ging, trof hij daar een van de andere dienaren, die hem honderd denarie schuldig was.
Lees meer ...Matteüs 19:1-12 Leven met het oog op het koninkrijk van de hemel 1
Nadat Jezus deze rede had uitgesproken, verliet Hij Galilea en ging Hij langs de overkant van de Jordaan naar Judea. Grote massa’s mensen volgden Hem, en Hij genas hen ter plekke. Toen kwamen er Farizeeën op Hem af om Hem op de proef te stellen. Ze vroegen: ‘Mag een man zijn vrouw om willekeurig welke reden verstoten?’ Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de Schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ En Hij vervolgde: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw,
Lees meer ...Matteüs 19:13-15 Leven met het oog op het koninkrijk van de hemel 2
Daarop brachten de mensen kinderen bij Hem, ze wilden dat Hij hun de handen zou opleggen en zou bidden.
Lees meer ...Matteüs 19:16-22 Binnengaan in het koninkrijk van de hemel 1
Nu kwam er iemand naar Jezus toe met de vraag: ‘Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ Hij antwoordde: ‘Waarom vraag je me naar het goede? Er is er maar één die goed is. Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan Zijn geboden.’ ‘Welke?’ vroeg hij.
Lees meer ...Matteüs 19:23-30 Binnengaan in het koninkrijk van de hemel 2
Jezus wendde zich tot Zijn leerlingen: ‘Ik verzeker jullie: slechts met grote moeite zal een rijke het koninkrijk van de hemel binnengaan. Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Toen de leerlingen dit hoorden, waren ze hevig ontzet en vroegen:
Lees meer ...Matteüs 20:1-16 Binnengaan in het koninkrijk van de hemel 3
Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uittrok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging,
Lees meer ...