In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het Licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht,
Lees meer ...Johannes 1:19-34 Getuigenissen 1
Dit is het getuigenis van Johannes. De Joden hadden vanuit Jeruzalem priesters en Levieten naar hem toe gestuurd om hem te vragen: ‘Wie bent u?’ Hij gaf zonder aarzelen antwoord en verklaarde ronduit: ‘Ik ben niet de Messias.’ Toen vroegen ze hem: ‘Wie dan? Bent u Elia?’ Hij zei: ‘Die ben ik ook niet.’ ‘Bent u de profeet?’ ‘Nee, ‘antwoordde hij. ‘Maar wie bent u dan?’ vroegen ze hem. ‘Wij moeten antwoord kunnen geven aan degenen die ons gestuurd hebben–wie zegt u zelf dat u bent?’ Hij zei: ‘Ik ben de stem die roept in de woestijn: “Maak recht de weg van de Heer, “zoals de profeet Jesaja gezegd heeft.’
Lees meer ...Johannes 1:35-51 Getuigenissen 2
De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het Lam van God.’ De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee. Jezus draaide zich om, en toen Hij zag dat ze Hem volgden, zei Hij: ‘Wat zoeken jullie?’ ‘Rabbi, ‘zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert U?’ Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ Ze gingen met Hem mee en zagen waar Hij onderdak had gevonden; het was ongeveer twee uur voor zonsondergang en ze bleven die dag bij Hem. Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren,
Lees meer ...Johannes 2:1-12 Bruiloft in Kana
Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en Zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ ‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ Daarop sprak Zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’ Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten,
Lees meer ...Johannes 2:13-22 Jezus in de tempel
Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem. Daar trof Hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond,
Lees meer ...Johannes 2:23-25-3:1-13 Gesprek met Nikodemus 1
Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in Zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die Hij deed. Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat Hij hen allemaal kende, en niemand hoefde Hem iets over de mens te vertellen, want Hij wist zelf wat er in een mens omgaat. Zo was er een Farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi, ‘zei hij, ‘wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die U verricht.’ Jezus zei:
Lees meer ...Johannes 3:14-21 Gesprek met Nikodemus 2
De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft. Want God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Lees meer ...Johannes 3:22-36 Getuigenis van Johannes de Doper
Daarna ging Jezus met Zijn leerlingen naar Judea. Daar bleef Hij enige tijd en Hij doopte er. Johannes doopte toen ook, in Enon, dicht bij Salim, een waterrijk gebied. Daar kwamen de mensen naartoe om zich te laten dopen. Johannes was immers nog niet gevangengezet. Er ontstond een discussie tussen de leerlingen van Johannes en een Jood over het reinigingsritueel. Ze gingen naar Johannes en zeiden tegen hem: ‘Rabbi, de man die bij u aan de overkant van de Jordaan was, over wie u een getuigenis afgelegd hebt, is aan het dopen en iedereen gaat naar hem toe!’
Lees meer ...Johannes 4:1-19 Gesprek met een Samaritaanse vrouw 1
Toen Jezus hoorde dat aan de Farizeeën verteld werd dat Hij meer leerlingen maakte en er ook meer doopte dan Johannes –Jezus doopte overigens niet zelf, Zijn leerlingen deden dat–, verliet Hij Judea en ging weer naar Galilea. Daarvoor moest Hij door Samaria heen. Zo kwam Hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef Mij wat te drinken.’ Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen.
Lees meer ...Johannes 4:20-30 Gesprek met een Samaritaanse vrouw 2
Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’ ‘Geloof me, ‘zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. Jullie weten niet wat je vereert, maar wij weten dat wel; de redding komt immers van de Joden. Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen,
Lees meer ...