Page 2 of 10
1 2 3 4 10

Handelingen 4:13-22 Ondervraging door de Joodse leiders 2

Toen de leden van het Sanhedrin zagen hoe vrijmoedig Petrus en Johannes optraden en begrepen dat het gewone, ongeletterde mensen waren, stonden ze verbaasd, en ze realiseerden zich dat beiden in Jezus’ gezelschap hadden verkeerd. Maar omdat ze de man die genezen was bij hen zagen staan, konden ze niets tegen hun woorden inbrengen. Nadat ze hun bevolen hadden de raadszaal te verlaten, overlegden ze met elkaar. Ze zeiden: ‘Wat moeten we met hen doen?

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 4:23-31 Gebed van de gelovigen

Nadat Petrus en Johannes waren vrijgelaten, gingen ze naar de leerlingen en vertelden wat de hogepriesters en de oudsten hadden gezegd. Toen de leerlingen dat hoorden, riepen ze God eensgezind aan met de woorden: ‘Heer, U hebt de hemel en de aarde en de zee geschapen en alles wat daar leeft, U hebt door de heilige Geest, bij monde van onze voorvader David, Uw dienaar, gezegd:

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 5:1-11 Het gemeenschappelijke bezit 2

Een zekere Ananias verkocht samen met zijn vrouw Saffira eveneens een stuk grond, maar hield een deel van de opbrengst achter – ook zijn vrouw wist daarvan – en bracht de rest van het geld naar de apostelen. Maar Petrus zei: ‘Ananias, waarom heb je je door Satan laten misleiden en heb je de heilige Geest bedrogen door een deel van de opbrengst van het stuk grond achter te houden? Je had het immers niet hoeven te verkopen, en nu je het wel verkocht hebt,

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 5:17-31 Gevangenneming van de apostelen 1

Daarop besloten de hogepriester en zijn medestanders, de Sadduceeën, in te grijpen. Vervuld van jaloezie als ze waren, lieten ze de apostelen gevangennemen en opsluiten. ’s Nachts opende een engel van de Heer echter de deuren van de gevangenis, bracht hen naar buiten en zei: ‘Ga naar de tempel en spreek daar tot het volk over alles wat dit nieuwe leven aangaat.’ De apostelen gaven hieraan gehoor en gingen bij het aanbreken van de dag naar de tempel, waar ze hun onderricht voortzetten. Toen de hogepriester en de Sadduceeën gearriveerd waren, riepen ze het Sanhedrin bijeen, de hele raad van oudsten van de Israëlieten, en zonden ze tempelwachters naar de gevangenis om de apostelen te halen.

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 5:32-42 Gevangenneming van de apostelen 2

Daarvan getuigen wij, en daarvan getuigt ook de heilige Geest, die God geschonken heeft aan wie Hem gehoorzamen.’ Toen de leden van het Sanhedrin dit hoorden, ontstaken ze in woede en wilden ze de apostelen ter dood brengen. Maar toen stond een van hen op, een Farizeeër die Gamaliël heette en die als wetsleraar bij het hele volk in aanzien stond. Hij gaf opdracht de apostelen een ogenblik naar buiten te brengen en zei vervolgens: ‘Israëlieten, overweeg nog eens goed wat u van plan bent met deze mensen te doen. Immers,

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 6:1-7 Conflict binnen de gemeente en verdere groei

Toen het aantal leerlingen toenam, ontstond er op een gegeven moment ontevredenheid bij de Griekstaligen, die de Arameessprekenden verweten dat de weduwen uit hun groep bij de dagelijkse ondersteuning werden achtergesteld. Daarop riepen de twaalf apostelen de voltallige gemeenschap van leerlingen bijeen en zeiden: ‘Het is niet goed dat wij de zorg dragen voor de gemeenschappelijke maaltijden,

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 6:8-15 De aanklacht tegen Stefanus

Stefanus verrichtte dankzij Gods genade en kracht grote wonderen en tekenen onder het volk. Enkele leden van de synagoge van de Vrijgelatenen, waartoe ook Joden uit Cyrene en Alexandrië behoorden, evenals Joden uit Cilicië en Asia, kwamen echter in verzet en begonnen met hem te redetwisten, maar ze konden niet op tegen zijn wijsheid en tegen de heilige Geest die hem bezielde.

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 7:1-15 De verdediging van Stefanus 1

De hogepriester vroeg: ‘Is dat waar?’ Stefanus antwoordde: ‘Broeders en leden van het Sanhedrin, luister naar wat ik u te zeggen heb. Toen Abraham, de vader van ons volk, nog in Mesopotamië woonde, voordat hij zich in Charan vestigde, verscheen God in al Zijn luister aan hem en zei: “Trek weg uit je land, verlaat je familie, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen.” Toen trok Abraham weg uit het land van de Chaldeeën en vestigde zich in Charan. Na de dood van zijn vader bracht God hem naar dit land, waar u nu woont. Hij gaf hem hier zelfs niet het kleinste stuk grond in eigendom, maar beloofde wel dat hij en zijn nakomelingen het eens in bezit zouden krijgen, ook al had hij toen nog geen zoon.

0Shares
Lees meer ...
Page 2 of 10
1 2 3 4 10