Toen riepen ze de man die blind geweest was weer bij zich. ‘Geef Gód de eer, ‘zeiden ze, ‘die man is een zondaar, dat weten we toch.’ ‘Of hij een zondaar is weet ik niet, ‘zei hij, ‘maar één ding weet ik wel: ik was blind en nu kan ik zien.’ Ze drongen aan: ‘Wat heeft Hij met je gedaan? Hoe heeft Hij je ogen geopend?’ ‘Dat heb ik u toch al verteld, ‘zei hij, ‘maar u luistert niet! Wat wilt u nog meer horen? Wilt u soms leerling van Hem worden?’
Lees meer ...Johannes 10:1-10 De goede Herder 1
‘Waarachtig, Ik verzeker u: wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover. Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’
Lees meer ...Johannes 10:11-21 De goede Herder 2
Ik ben de goede Herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. Ik ben de goede Herder. Ik ken Mijn schapen en Mijn schapen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef Mijn leven voor de schapen.
Lees meer ...Johannes 10:22-42 Geloof en ongeloof
In Jeruzalem werd het feest van de Tempelwijding gevierd; het was winter. Jezus liep in de tempel, in de zuilengang van Salomo. Daar kwamen de Joden om Hem heen staan, en ze vroegen Hem: ‘Hoe lang houdt U ons nog in het onzekere? Als U de Messias bent, zeg het ons dan ronduit.’ Jezus antwoordde: ‘Dat heb Ik u al gezegd, maar u gelooft het niet. Wat Ik namens Mijn Vader doe getuigt over Mij, maar u wilt me niet geloven, omdat u niet bij Mijn schapen hoort.
Lees meer ...Johannes 11:1-16 Lazarus uit de dood opgewekt 1
Er was iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betanië, het dorp waar Maria en haar zuster Marta woonden –dat was de Maria die Jezus met olie gezalfd heeft en Zijn voeten met haar haar heeft afgedroogd; de zieke Lazarus was haar broer. De zusters stuurden iemand naar Jezus met de boodschap: ‘Heer, Uw vriend is ziek.’ Toen Jezus dit hoorde zei Hij: ‘Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de eer van God, zodat de Zoon van God geëerd zal worden.’ Jezus hield veel van Marta en haar zuster, en van Lazarus.
Lees meer ...Johannes 11:17-31 Lazarus uit de dood opgewekt 2
Toen Jezus daar aankwam, hoorde Hij dat Lazarus al vier dagen in het graf lag. Betanië lag dicht bij Jeruzalem, op een afstand van ongeveer vijftien stadie, en er waren dan ook veel Joden naar Marta en Maria gekomen om hen te troosten nu hun broer gestorven was. Toen Marta hoorde dat Jezus onderweg was ging ze Hem tegemoet, terwijl Maria thuisbleef. Marta zei tegen Jezus: ‘Als U hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik dat God U alles zal geven wat U vraagt.’
Lees meer ...Johannes 11:32-44 Lazarus uit de dood opgewekt 3
Zodra Maria op de plek kwam waar Jezus was en Hem zag, viel ze aan Zijn voeten neer. Ze zei: ‘Als U hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn!’ Jezus zag hoe zij en de Joden die bij haar waren weeklaagden, en dat ergerde Hem. Diep bewogen vroeg Hij: ‘Waar hebben jullie hem neergelegd?’ Ze zeiden: ‘Kom maar kijken, Heer.’ Jezus begon ook te huilen, en de Joden zeiden: ‘Wat heeft Hij veel van hem gehouden!’ Maar er werd ook gezegd: ‘Hij heeft de ogen van een blinde geopend, Hij had nu toch ook de dood van Lazarus kunnen voorkomen?’ Ook dit ergerde Jezus.
Lees meer ...Johannes 11:45-54 Lazarus uit de dood opgewekt 4
Veel Joden die naar Maria toe gekomen waren en gezien hadden wat Jezus deed, kwamen tot geloof in Hem. Maar enkelen gingen naar de Farizeeën om hun te vertellen wat Jezus gedaan had. Daarop riepen de hogepriesters en de Farizeeën het Sanhedrin bijeen: ‘Wat moeten we doen? Deze man doet veel wondertekenen, en als we Hem Zijn gang laten gaan, zal iedereen in Hem gaan geloven.
Lees meer ...Johannes 11:55-57-12:1-11 Maria zalft Jezus
Het was kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, en veel mensen uit de omgeving gingen al vóór het feest naar Jeruzalem om zich te reinigen. Daar keken ze uit naar Jezus; ze stonden in de tempel en zeiden tegen elkaar: ‘Wat denk je? Zou Hij niet meer naar het feest komen?’ De hogepriesters en de Farizeeën hadden opdracht gegeven Hem aan te geven als men wist waar Hij was, zodat ze Hem konden arresteren.
Lees meer ...Johannes 12:12-19 Intocht in Jeruzalem
De volgende dag was er al een grote menigte in Jeruzalem voor het feest. Toen ze hoorden dat Jezus ook zou komen, haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, Hem tegemoet, terwijl ze riepen: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, de Koning van Israël.’ Jezus zag een ezel staan en ging erop zitten, zoals geschreven staat: ‘Vrees niet, Sion, je Koning is in aantocht, en Hij zit op een ezelsveulen.’
Lees meer ...