De volgende dag was er al een grote menigte in Jeruzalem voor het feest. Toen ze hoorden dat Jezus ook zou komen, haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, Hem tegemoet, terwijl ze riepen: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, de Koning van Israël.’
Lees meer ...Johannes 12:20-36 Jezus spreekt over Zijn dood
Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarachtig, Ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven. Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook Mijn dienaar zijn,
Lees meer ...Johannes 12:37-50 Ongeloof
Ondanks de wondertekenen die Hij voor hun ogen gedaan had, geloofden ze niet in Hem. Zo gingen de woorden van de profeet Jesaja in vervulling, die zei: ‘Heer, wie heeft onze boodschap geloofd? Aan wie is de macht van de Heer geopenbaard?’ Ze konden niet tot geloof komen, want Jesaja heeft ook gezegd: ‘Hij heeft hun ogen verblind en hun hart gesloten, anders zouden zij met hun ogen zien en met hun hart begrijpen, zij zouden zich omkeren en Ik zou hen genezen.’ Jesaja doelde op Jezus toen hij dit zei, omdat hij Zijn majesteit zag.
Lees meer ...Johannes 13:1-11 Jezus wast de voeten van de leerlingen 1
Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat Zijn tijd gekomen was en dat Hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die Hem in de wereld toebehoorden lief, en Zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. Jezus en Zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. Jezus, die wist dat de Vader Hem alle macht had gegeven,
Lees meer ...Johannes 13:12-30 Jezus wast de voeten van de leerlingen 2
Toen Hij hun voeten gewassen had, deed Hij Zijn bovenkleed aan en ging weer naar Zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’ vroeg Hij. ‘Jullie zeggen altijd “Meester” en “Heer” tegen Mij, en terecht, want dat ben Ik ook. Als Ik, jullie Heer en jullie Meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. Waarachtig, Ik verzeker jullie: een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt. Ik doel niet op jullie allemaal: Ik weet wie Ik heb uitgekozen.
Lees meer ...Johannes 13:31-38 Jezus gaat naar de Vader 1
Toen hij weg was zei Jezus: ‘Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar geworden, en door Hem de grootheid van God. Als Gods grootheid door Hem zichtbaar geworden is, zal God Hem ook in die grootheid laten delen, nu onmiddellijk.
Lees meer ...Johannes 14:1-14 Jezus gaat naar de Vader 2
Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel kamers; zou Ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben. Jullie kennen de weg naar waar Ik heen ga.’ Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar U naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ Jezus zei: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.
Lees meer ...Johannes 14:15-31 Jezus gaat naar de Vader 3
Als je Mij liefhebt, houd je dan aan Mijn geboden. Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, want ze ziet Hem niet en kent Hem niet. Jullie kennen Hem wel, want Hij woont in jullie en zal in jullie blijven. Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug. Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar jullie zullen Mij wel zien, want Ik leef en ook jullie zullen leven. Dan zul je begrijpen dat Ik in Mijn Vader ben, dat jullie in Mij zijn en dat Ik in jullie ben. Wie Mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft Mij lief. Wie Mij liefheeft zal de liefde van Mijn Vader en Mij ontvangen, en Ik zal Mij aan hem bekendmaken.’
Lees meer ...Johannes 15:1-17 De wijnstok en de ranken
Ik ben de ware wijnstok en Mijn Vader is de wijnbouwer. Iedere rank aan Mij die geen vrucht draagt snijdt Hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit Hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. Jullie zijn al rein door alles wat Ik tegen jullie gezegd heb. Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in Mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder Mij kun je niets doen.
Lees meer ...Johannes 15:18-27 De haat van de wereld 1
Wanneer de wereld je haat, bedenk dan dat ze Mij eerder haatte dan jullie. Als jullie bij de wereld zouden horen, zou ze jullie hebben liefgehad als iets van haarzelf, maar jullie horen niet bij haar, want Ik heb jullie uit de wereld weggeroepen. Daarom haat ze jullie. Denk aan wat Ik gezegd heb: een slaaf is niet meer dan zijn meester. Ze hebben Mij vervolgd, dus zullen ze ook jullie vervolgen; maar wie zich aan Mijn woorden gehouden heeft,
Lees meer ...