Page 9 of 10
1 7 8 9 10

Handelingen 24:1-13 De aanklacht tegen Paulus en zijn verdediging voor Felix 1

Vijf dagen later arriveerde Ananias, de hogepriester, samen met enkele oudsten en met Tertullus, een advocaat. Ze dienden hun klacht tegen Paulus in bij de procurator. Toen deze voor het gerecht geroepen was, begon Tertullus zijn requisitoir als volgt: ‘Excellentie, dat wij dankzij u in duurzame vrede leven en dat door uw vooruitziend beleid hervormingen ten gunste van het Joodse volk totstandkomen, erkennen we van ganser harte, en we zijn u daarvoor veel dank verschuldigd. Ik wil u echter niet langer ophouden dan nodig is,

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 24:14-23 De aanklacht tegen Paulus en zijn verdediging voor Felix 2

Maar wel wil ik hier verklaren dat ik overeenkomstig de Weg, die zij een sekte noemen, de God van onze voorouders dien en dat ik geloof in alles wat in de Wet en de Profeten geschreven staat; en evenals mijn aanklagers hoop en verwacht ik dat God zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen uit de dood zal doen opstaan. Daarom tracht ook ik steeds mijn geweten zuiver te houden tegenover God en de mensen. Na verscheidene jaren ben ik naar Jeruzalem gekomen om giften te brengen voor mijn volk en offers op te dragen.

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 25:1-12 Het beroep op de keizer

Drie dagen nadat Festus zijn intrede in de provincie had gedaan, ging hij van Caesarea naar Jeruzalem. Daar dienden de hogepriesters en de andere Joodse leiders een klacht tegen Paulus bij hem in. Bovendien vroegen ze hem of hij hun een gunst wilde bewijzen door Paulus naar Jeruzalem te laten overbrengen, want ze hadden het plan opgevat hem onderweg te vermoorden. Festus antwoordde dat Paulus in Caesarea in hechtenis zou blijven, maar dat hijzelf daar binnenkort weer heen zou gaan. ‘Laten degenen onder u die bevoegd zijn meegaan,’ zei hij, ‘en laten ze deze man aanklagen als hij iets heeft gedaan dat ontoelaatbaar is.’

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 25:13-22 Festus overlegt met Agrippa

Enkele dagen later kwamen koning Agrippa en Bernice naar Caesarea om bij Festus hun opwachting te maken. Tijdens hun verblijf, dat verscheidene dagen duurde, sprak Festus met de koning over de rechtszaak tegen Paulus. Hij zei: ‘Er is hier een man die door Felix als gevangene is achtergelaten. Toen ik in Jeruzalem was hebben de hogepriesters en de oudsten van de Joden een klacht tegen hem ingediend en om zijn veroordeling verzocht.

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 25:23-27 Verdedigingsrede van Paulus voor Agrippa 1

De volgende dag verschenen Agrippa en Bernice in vol ornaat. Samen met de legeraanvoerders en de voornaamste inwoners van de stad betraden ze de ontvangstzaal, waarna Paulus op bevel van Festus werd voorgeleid. Festus zei: ‘Koning Agrippa, en u allen die hier aanwezig bent, dit is de man om wie de hele Joodse bevolking zich tot mij heeft gewend,

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 26:1-11 Verdedigingsrede van Paulus voor Agrippa 2

Agrippa zei tegen Paulus: ‘U mag uw zaak bepleiten.’ Paulus hief zijn hand op en verdedigde zich als volgt: ‘Ik prijs me gelukkig, koning Agrippa, dat ik me vandaag juist in uw bijzijn mag verdedigen tegen alle aanklachten die door de Joden tegen me zijn ingediend, vooral omdat u zo goed op de hoogte bent van al hun gebruiken en onderlinge geschillen; daarom verzoek ik u om welwillend naar me te luisteren. Het is alle Joden bekend welk leven ik sinds mijn vroegste jeugd te midden van mijn volk en in Jeruzalem heb geleid;

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 26:12-23 Verdedigingsrede van Paulus voor Agrippa 3

Zo was ik eens, met een volmacht van de hogepriesters en in hun opdracht, op weg naar Damascus, toen ik midden op de dag zag hoe een licht uit de hemel, feller dan de Zon, mij en mijn reisgenoten omstraalde. We vielen allen op de grond en ik hoorde een stem in het Hebreeuws tegen me zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je Mij? Je kwelt jezelf door je zinloze halsstarrigheid!” Ik vroeg: “Wie bent U, Heer?” De Heer antwoordde: “Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar kom nu overeind, sta op, want Ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als Mijn dienaar, opdat je bekend zult maken dat je Mij hebt gezien en zult getuigen van alles wat Ik je nog zal laten zien.

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 26:24-32 Verdedigingsrede van Paulus voor Agrippa 4

Toen Paulus dat tot zijn verdediging aanvoerde, riep Festus: ‘U slaat wartaal uit, Paulus! Het vele studeren drijft u tot waanzin!’ Maar Paulus zei: ‘Het is geen wartaal, excellentie. Integendeel, wat ik zeg is waar en getuigt van gezond verstand. Bovendien weet de koning waarover het gaat, en daarom kan ik vrijuit tegen hem spreken. Ik denk niet dat iets hiervan hem is ontgaan,

0Shares
Lees meer ...

Handelingen 27:1-12 Zeereis naar Italië en schipbreuk 1

Toen het besluit gevallen was dat wij naar Italië zouden gaan, werden Paulus en enkele andere gevangenen overgedragen aan Julius, een centurio van een van de keizerlijke cohorten. We gingen aan boord van een schip uit Adramyttium, dat de havens langs de kust van Asia zou aandoen, en voeren weg. Aristarchus, de Macedoniër uit Tessalonica, reisde met ons mee. De volgende dag liepen we de haven van Sidon binnen, en Julius, die Paulus heel voorkomend behandelde, vond het goed dat hij naar zijn vrienden ging om door hen verzorgd te worden. Nadat we uit Sidon vertrokken waren hadden we met veel tegenwind te kampen,

0Shares
Lees meer ...
Page 9 of 10
1 7 8 9 10