Nadat Paulus nog geruime tijd bij de leerlingen had doorgebracht, nam hij afscheid en vertrok per schip naar Syrië, samen met Priscilla en Aquila. Voor zijn vertrek had hij in Kenchreeën zijn hoofd laten kaalscheren, omdat hij aan een gelofte gebonden was.
Lees meer ...Handelingen 18:23-28 De derde zendingsreis: verkondiging in Efeze 1
Toen Paulus enige tijd in Antiochië had doorgebracht, vertrok hij voor een rondreis door Galatië en Frygië, waar hij alle leerlingen moed insprak. Intussen arriveerde er in Efeze een uit Alexandrië afkomstige Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd was in de Schriften.
Lees meer ...Handelingen 19:1-12 De derde zendingsreis: verkondiging in Efeze 2
Terwijl Apollos in Korinte verbleef, kwam Paulus na zijn reis door het binnenland in Efeze aan. Hij ontmoette daar enkele leerlingen, aan wie hij vroeg: ‘Hebben jullie de heilige Geest ontvangen toen jullie het geloof aanvaardden?’ Ze antwoordden: ‘Nee, we hebben zelfs niet gehoord van het bestaan van een heilige Geest.’ Hij vroeg: ‘Hoe zijn jullie dan gedoopt?’ ‘Met de doop van Johannes,’ antwoordden ze. Daarop zei Paulus:
Lees meer ...Handelingen 19:13-20 De derde zendingsreis: verkondiging in Efeze 3
Ook enkele rondtrekkende Joodse geestenbezweerders probeerden boze geesten uit te drijven door het uitspreken van de naam van de Heer Jezus. Ze zeiden: ‘Ik bezweer jullie bij Jezus, die door Paulus wordt verkondigd!’ Het waren de zeven zonen van Skevas, een Joodse hogepriester, die dit deden. Maar de boze geest gaf hun ten antwoord: ‘Jezus ken ik, en Paulus ook, maar wie zijn jullie?’
Lees meer ...Handelingen 19:21-22 Paulus’ reisschema
Na deze gebeurtenissen vatte Paulus het plan op om eerst nog naar Macedonië en Achaje te reizen en vervolgens naar Jeruzalem te gaan.
Lees meer ...Handelingen 19:23-34 Volksoproer in Efeze 1
Omstreeks die tijd ontstond er grote opschudding naar aanleiding van de Weg. Dat kwam door een zekere Demetrius, een zilversmid die Artemistempeltjes vervaardigde en zo zijn ambachtslieden een ruim inkomen verschafte. Hij riep hen en de arbeiders die bij de werkzaamheden betrokken waren bijeen en zei tegen hen: ‘Mannen, jullie weten dat onze welvaart afhankelijk is van dit werk. Maar jullie hebben uiteraard ook gemerkt dat Paulus niet alleen in Efeze, maar in bijna heel Asia een grote groep mensen heeft weten te overtuigen van zijn opvatting dat goden die door mensenhanden worden gemaakt geen goden zijn.
Lees meer ...Handelingen 19:35-40 Volksoproer in Efeze 2
Uiteindelijk bracht de stadssecretaris de menigte tot bedaren. Hij zei: ‘Efeziërs, er is toch geen mens die niet weet dat onze stad de zorg draagt voor de tempel van de grote Artemis en voor het beeld dat uit de hemel gekomen is? Niemand kan dat feit ontkennen; daarom moet u kalm blijven en niet onbezonnen te werk gaan.
Lees meer ...Handelingen 20:1-12 Via Macedonië en Griekenland naar Troas
Toen het tumult bedaard was, riep Paulus de leerlingen bij zich om hun moed in te spreken. Daarna nam hij afscheid en vertrok naar Macedonië. Op zijn reis door dat gebied bemoedigde hij de gelovigen op velerlei wijze. Ten slotte kwam hij in Griekenland aan, waar hij drie maanden bleef. Kort voordat hij per schip naar Syrië wilde afreizen, bleek dat de Joden een aanslag op hem beraamden, zodat hij besloot terug te keren via Macedonië. Hij werd vergezeld door Sopatrus, de zoon van Pyrrhus uit Berea, door Aristarchus en Secundus uit Tessalonica, Gajus uit Derbe en Timoteüs, Tychikus en Trofimus uit Asia.
Lees meer ...Handelingen 20:13-24 Afscheid van de gemeente van Efeze 1
Wij scheepten ons in en voeren alvast naar Assus, waar we Paulus overeenkomstig zijn wens aan boord zouden nemen, want hij wilde het eerste stuk te voet afleggen. Toen hij zich in Assus weer bij ons had gevoegd aan boord van het schip, voeren we verder naar Mitylene, vanwaar we de volgende dag vertrokken om bij Chios voor anker te gaan. De dag daarna staken we over naar Samos en weer een dag later kwamen we aan in Milete. Paulus had namelijk besloten Efeze voorbij te varen om te voorkomen dat hij in Asia zou worden opgehouden. Hij wilde als het maar enigszins mogelijk was op het Pinksterfeest in Jeruzalem zijn.
Lees meer ...Handelingen 20:25-38 Afscheid van de gemeente van Efeze 2
Ik weet dat niemand van u, aan wie ik op mijn reizen het koninkrijk heb verkondigd, mij terug zal zien. Daarom verklaar ik hier op deze dag dat ik voor niemands ondergang verantwoordelijk ben; ik heb immers mijn uiterste best gedaan om u vertrouwd te maken met Gods wil. Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente, die Hij verworven heeft door het bloed van Zijn eigen Zoon.
Lees meer ...