Jezus ging naar de Olijfberg, en vroeg in de morgen was Hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar Hem toe, Hij ging zitten en gaf hun onderricht. Toen brachten de schriftgeleerden en de Farizeeën een vrouw bij Hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde.
Lees meer ...Johannes 8:12-20 Jezus getuigt over Zichzelf 1
Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’ De Farizeeën wierpen tegen: ‘Uw getuigenis is niet betrouwbaar, want U getuigt over Uzelf.’ Maar Jezus ging verder: ‘Ook al getuig Ik over Mezelf, toch is Mijn getuigenis betrouwbaar, omdat Ik weet waar Ik vandaan gekomen ben en waar Ik naartoe ga.
Lees meer ...Johannes 8:21-36 Jezus getuigt over Zichzelf 2
Hij nam opnieuw het woord en zei: ‘Ik ga weg, en u zult me zoeken. Maar u zult in uw zonde sterven. Waar Ik naartoe ga, daar kunt u niet komen.’ De Joden zeiden: ‘Hij zal toch geen zelfmoord plegen, dat Hij zegt dat Hij ergens naartoe gaat waar wij niet kunnen komen?’ Jezus vervolgde: ‘U bent van beneden, Ik ben van boven; u hoort bij deze wereld, Ik hoor niet bij deze wereld. Ik heb tegen u gezegd dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat Ik het ben, zult u inderdaad in uw zonden sterven.’
Lees meer ...Johannes 8:37-47 Jezus getuigt over Zichzelf 3
Ik weet wel dat u nakomelingen van Abraham bent. Toch wilt u Mij doden, omdat er in u geen ruimte is voor wat Ik zeg. Ik spreek over wat Ik gezien heb bij de Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw Vader.’ ‘Onze vader is Abraham, ‘zeiden ze. Maar Jezus zei: ‘Als u echt kinderen van Abraham bent, zou u moeten doen wat Abraham deed. Maar nee, u wilt Mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die Hij van God gehoord heeft, doden–zoiets heeft Abraham niet gedaan.
Lees meer ...Johannes 8:48-59 Jezus getuigt over Zichzelf 4
De Joden riepen: ‘Zeggen we soms ten onrechte dat U een Samaritaan bent, en dat U bezeten bent?’ ‘Ik ben niet bezeten, ‘zei Jezus. ‘Ik eer Mijn Vader, maar u eert Mij niet. Ik ben niet uit op eigen eer; iemand anders is uit op Mijn eer en Hij zal oordelen. Waarachtig, Ik verzeker u: als iemand Mijn woord bewaart zal hij de dood nooit zien.’
Lees meer ...Johannes 9:1-12 Genezing van een blinde 1
In het voorbijgaan zag Jezus iemand die al vanaf zijn geboorte blind was. Zijn leerlingen vroegen: ‘Rabbi, hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?’ ‘Hij niet en zijn ouders ook niet, ‘was het antwoord van Jezus, ‘maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden. Zolang het dag is, moeten we het werk doen van Hem die Mij gezonden heeft; straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen. Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht voor de wereld.’
Lees meer ...Johannes 9:13-23 Genezing van een blinde 2
Toen namen ze de man die blind geweest was mee naar de Farizeeën. De dag dat Jezus modder gemaakt had en zijn ogen geopend had, was namelijk een sabbat. Ook de Farizeeën vroegen hoe het kwam dat hij kon zien. En weer vertelde hij: ‘Hij heeft wat modder op mijn ogen gedaan, ik heb me gewassen en nu kan ik zien.’ Sommige Farizeeën meenden: ‘Zo iemand komt niet van God, want Hij houdt zich niet aan de sabbat, ‘maar anderen zeiden: ‘Hoe zou een zondig mens zulke wondertekenen kunnen doen?’
Lees meer ...Johannes 9:24-41 Genezing van een blinde 3
Toen riepen ze de man die blind geweest was weer bij zich. ‘Geef Gód de eer, ‘zeiden ze, ‘die man is een zondaar, dat weten we toch.’ ‘Of hij een zondaar is weet ik niet, ‘zei hij, ‘maar één ding weet ik wel: ik was blind en nu kan ik zien.’ Ze drongen aan: ‘Wat heeft Hij met je gedaan? Hoe heeft Hij je ogen geopend?’ ‘Dat heb ik u toch al verteld, ‘zei hij, ‘maar u luistert niet! Wat wilt u nog meer horen? Wilt u soms leerling van Hem worden?’
Lees meer ...Johannes 10:1-10 De goede Herder 1
‘Waarachtig, Ik verzeker u: wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover. Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’
Lees meer ...Johannes 10:11-21 De goede Herder 2
Ik ben de goede Herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. Ik ben de goede Herder. Ik ken Mijn schapen en Mijn schapen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef Mijn leven voor de schapen.
Lees meer ...