Page 29 of 323
1 27 28 29 30 31 323

Marcus 6:45-56 Naar de overkant van het meer

Meteen daarna gelastte Hij Zijn leerlingen in de boot te stappen en alvast naar de overkant te varen, naar Betsaïda; intussen zou Hijzelf de menigte wegsturen. Nadat Hij afscheid van de mensen had genomen, ging Hij de berg op om er te bidden. Bij het vallen van de avond was de boot midden op het meer, en Hij was alleen aan land.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 7:1-13 Rein en onrein 1

Ook de Farizeeën en enkele van de schriftgeleerden die uit Jeruzalem waren gekomen, hielden zich in Zijn nabijheid op. En toen ze zagen dat sommige leerlingen brood aten met onreine handen, dat wil zeggen, met ongewassen handen (de Farizeeën en alle andere Joden eten namelijk pas als ze hun handen gewassen hebben, omdat ze zich aan de traditie van hun voorouders houden, en als ze van de markt komen, eten ze pas als ze zich helemaal gewassen hebben,

0Shares
Lees meer ...

Marcus 7:24-37 Naar Tyrus, Sidon en Dekapolis

Hij ging weg en vertrok naar de omgeving van Tyrus. Daar nam Hij zijn intrek in een huis, en hoewel Hij niet wilde dat iemand dat te weten zou komen, lukte het Hem niet onopgemerkt te blijven. Integendeel, er kwam al meteen een vrouw die over Hem gehoord had naar Hem toe, en zij viel voor Zijn voeten neer.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 8:1-13 Het tweede teken van de broden 1

Toen er op een keer weer een grote menigte bijeen was, en ze niets meer te eten hadden, riep Hij de leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik heb medelijden met al die mensen, want ze zijn nu al drie dagen bij me en hebben niets meer te eten. Als Ik hen met een lege maag naar huis stuur, zullen ze onderweg bezwijken; sommigen zijn immers van ver gekomen.’

0Shares
Lees meer ...

Marcus 8:22-26 Genezing van een blinde

Ze kwamen in Betsaïda. Er werd een blinde bij Hem gebracht, en men smeekte Hem om de man aan te raken. Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Hij deed wat speeksel op zijn ogen, legde er Zijn handen op en vroeg: ‘Ziet u iets?’ Hij begon weer te zien en zei: ‘Ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.’ Daarna legde Hij weer Zijn handen op de ogen van de blinde. Deze sperde zijn ogen open en genas; hij zag alles nu heel helder.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 8:27-33 Wie is Jezus? 1

Jezus vertrok met Zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg Hij aan Zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat U een van de profeten bent.’ Toen vroeg Hij hun: ‘En wie ben Ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’ Hij verbood hun op strenge toon om met iemand hierover te spreken.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 8:34-38-9:1 Wie is Jezus? 2

Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie Mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter Mij aan komen. Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het evangelie, zal het behouden. Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar er het leven bij inschiet?

0Shares
Lees meer ...

Marcus 9:2-13 Een stem uit de hemel

Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, Zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen. Toen verscheen Elia aan hen, samen met Mozes, en ze spraken met Jezus.

0Shares
Lees meer ...
Page 29 of 323
1 27 28 29 30 31 323