God, de HEER, zei tegen de slang: ‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. Vijandschap sticht Ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’ Tegen de vrouw zei Hij: ‘Je zwangerschap maak Ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’ Tegen de mens zei Hij: ‘Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die Ik je had verboden.
Lees meer ...Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld. ‘Met de hulp van de HEER,’ zei ze, ‘heb ik het leven geschonken aan een man!’ Later bracht ze zijn broer ter wereld, Abel. Abel werd herder, Kaïn werd landbouwer. Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van wat hij had geoogst. Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit. De HEER merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. De HEER vroeg hem: ‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker?
Lees meer ...Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Henoch ter wereld. Kaïn was toen een stad aan het bouwen en hij noemde die Henoch, naar zijn zoon. Henoch kreeg een zoon, Irad. Irad was de vader van Mechujaël, Mechujaël was de vader van Metusaël en Metusaël was de vader van Lamech. Lamech nam twee vrouwen; de ene heette Ada, de andere Silla. Ada bracht Jabal ter wereld;
Lees meer ...Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1
Dit is de lijst van Adams nakomelingen. Toen God Adam schiep, de mens, maakte Hij hem zo dat hij leek op God. Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Hij zegende hen en noemde hen mens toen zij werden geschapen. Toen Adam 130 jaar was, verwekte hij een zoon die op hem leek, die zijn evenbeeld was. Hij noemde hem Set. Na de geboorte van Set duurde Adams leven nog 800 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 930 jaar. Daarna stierf hij.
Lees meer ...Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Toen Henoch 65 jaar was, verwekte hij Metuselach. Na de geboorte van Metuselach leefde Henoch nog 300 jaar, in nauwe verbondenheid met God. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 365 jaar. Henoch leefde in nauwe verbondenheid met God; aan zijn leven kwam een einde doordat God hem wegnam.
Lees meer ...Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen
Zo kwamen er steeds meer mensen op aarde, en zij kregen dochters. De zonen van de goden zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden.
Lees meer ...Genesis 6:5-22 Noach 1
De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. Hij kreeg er spijt van dat Hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. Ik zal de mensen die Ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht Hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want Ik heb er spijt van dat Ik ze heb gemaakt. Alleen Noach vond bij de HEER genade. Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet. In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht.
Lees meer ...Genesis 7:1-16 Noach 2
Toen zei de HEER tegen Noach: ‘Ga de ark in, samen met je hele gezin, want Ik heb gezien dat jij als enige van deze generatie rechtschapen bent. Van alle reine dieren moet je zeven mannetjes en hun wijfjes meenemen, van de onreine dieren moet je er twee meenemen, een mannetje en zijn wijfje, en van de vogels weer zeven mannetjes en wijfjes, om hun voortbestaan op aarde veilig te stellen. Want over zeven dagen zal Ik het veertig dagen en veertig nachten op de aarde laten regenen; dan zal Ik alles wat er bestaat van de aardbodem wegvagen, alles wat Ik heb gemaakt.’ Noach deed alles zoals de HEER het hem had opgedragen.
Lees meer ...Genesis 7:17-24 Noach 3
De vloed overstroomde de aarde veertig dagen lang. Het water steeg en de ark werd opgetild, zodat hij van de aarde loskwam. Het water op aarde nam steeds maar toe, hoger en hoger steeg het, en de ark dreef op het water. Het water bleef voortdurend toenemen, zelfs de hoogste bergen kwamen onder te staan.
Lees meer ...Genesis 8:1-14 Noach 4
Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op Zijn bevel begon er een wind over de Aarde te waaien, waardoor het water afnam. De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. Geleidelijk vloeide het water weg van de Aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar.
Lees meer ...