Page 22 of 24
1 20 21 22 23 24

Johannes 2:23-25-3:1-13 Gesprek met Nikodemus 1

Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in Zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die Hij deed. Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat Hij hen allemaal kende, en niemand hoefde Hem iets over de mens te vertellen, want Hij wist zelf wat er in een mens omgaat. Zo was er een Farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi, ‘zei hij, ‘wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die U verricht.’ Jezus zei:

0Shares
Lees meer ...

Johannes 3:22-36 Getuigenis van Johannes de Doper

Daarna ging Jezus met Zijn leerlingen naar Judea. Daar bleef Hij enige tijd en Hij doopte er. Johannes doopte toen ook, in Enon, dicht bij Salim, een waterrijk gebied. Daar kwamen de mensen naartoe om zich te laten dopen. Johannes was immers nog niet gevangengezet. Er ontstond een discussie tussen de leerlingen van Johannes en een Jood over het reinigingsritueel. Ze gingen naar Johannes en zeiden tegen hem: ‘Rabbi, de man die bij u aan de overkant van de Jordaan was, over wie u een getuigenis afgelegd hebt, is aan het dopen en iedereen gaat naar hem toe!’

0Shares
Lees meer ...

Johannes 4:1-19 Gesprek met een Samaritaanse vrouw 1

Toen Jezus hoorde dat aan de Farizeeën verteld werd dat Hij meer leerlingen maakte en er ook meer doopte dan Johannes –Jezus doopte overigens niet zelf, Zijn leerlingen deden dat–, verliet Hij Judea en ging weer naar Galilea. Daarvoor moest Hij door Samaria heen. Zo kwam Hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef Mij wat te drinken.’ Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen.

0Shares
Lees meer ...

Johannes 4:20-30 Gesprek met een Samaritaanse vrouw 2

Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’ ‘Geloof me, ‘zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. Jullie weten niet wat je vereert, maar wij weten dat wel; de redding komt immers van de Joden. Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen,

0Shares
Lees meer ...

Johannes 4:31-42 Gesprek met een Samaritaanse vrouw 3

Intussen zeiden de leerlingen tegen Jezus: ‘Rabbi, U moet iets eten.’ Maar Hij zei: ‘Ik heb voedsel dat jullie niet kennen.’ ‘Zou iemand Hem iets te eten gebracht hebben?’ zeiden ze tegen elkaar. Maar Jezus zei: ‘Mijn voedsel is: de wil doen van Hem die Mij gezonden heeft en Zijn werk voltooien. Jullie zeggen toch: “Nog vier maanden en dan komt de oogst”? Ik zeg jullie: kijk om je heen, dan zie je dat de velden rijp zijn voor de oogst!

0Shares
Lees meer ...

Johannes 4:43-54 Genezing in Kana

Na die twee dagen trok Jezus verder naar Galilea, want Hij had zelf gezegd dat een profeet in zijn vaderland niet wordt geëerd. Toen Hij in Galilea kwam, ontvingen de mensen Hem gastvrij; ze hadden alles gezien wat Hij op het feest in Jeruzalem gedaan had, want daar waren ze zelf bij geweest. Hij ging in Galilea weer naar Kana, waar Hij van water wijn had gemaakt. Er was daar een hoveling uit Kafarnaüm wiens zoon ziek was.

0Shares
Lees meer ...

Johannes 5:1-18 Genezing in het bad van Betzata

Daarna was er een Joods feest, en Jezus ging naar Jeruzalem. In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet. Daar lag een groot aantal zieken, blinden, kreupelen en misvormden. Er was ook iemand bij die al achtendertig jaar ziek was. Jezus zag hem liggen; Hij wist hoe lang hij al ziek was en zei tegen hem: ‘Wilt u gezond worden?’ De zieke antwoordde: ‘Heer, als het water gaat bewegen is er niemand om mij erin te helpen; ik probeer het wel, maar altijd is een ander al vóór mij in het water.’

0Shares
Lees meer ...

Johannes 5:19-30 Jezus en de Vader 1

Jezus reageerde hierop met de volgende woorden: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: de Zoon kan niets uit Zichzelf doen, Hij kan alleen doen wat Hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. De Vader heeft de Zoon immers lief en laat Hem alles zien wat Hij doet. Hij zal Hem nog grotere dingen laten zien, u zult verbaasd staan! Want zoals de Vader doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil. De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar Hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd.

0Shares
Lees meer ...

Johannes 5:31-47 Jezus en de Vader 2

Als Ik nu over Mezelf zou getuigen, dan was Mijn verklaring niet betrouwbaar, maar iemand anders getuigt over Mij, en Ik weet dat Zijn verklaring over Mij betrouwbaar is. U hebt boden naar Johannes gestuurd en hij heeft een betrouwbaar getuigenis afgelegd. Niet dat Ik het getuigenis van een mens nodig heb, maar Ik zeg dit om u te redden. Johannes was een lamp die helder brandde, en u hebt zich een tijd in zijn licht verheugd. Maar Ik heb een belangrijker getuigenis dan Johannes: het werk dat de Vader Mij gegeven heeft om te volbrengen.

0Shares
Lees meer ...
Page 22 of 24
1 20 21 22 23 24