Dit zijn de voorschriften voor de tempel; het hele gebied rondom de tempel boven op de berg is allerheiligst. Tot zover de voorschriften voor de tempel.’ Het altaar. Dit waren de afmetingen van het altaar, in ellen van een el plus een handbreedte. De geul eromheen was 1 el diep en 1 el breed, en langs de kant liep rondom een afscheiding van 1 handspan hoog. En dit was het voetstuk van het altaar: de onderste omgang lag 2 el boven de geul in de grond; hij was 1 el breed. De grote omgang lag 4 el boven deze kleinere omgang, en was ook 1 el breed.
Lees meer ...Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keert terug in de tempel 3
Verbrand dan de stier voor het reinigingsoffer op de daartoe bestemde plek in het tempelcomplex, buiten het heiligdom. Op de tweede dag bied je een bok zonder enig gebrek als reinigingsoffer aan, en daarmee moeten de priesters het altaar van zonde reinigen zoals ze het reinigden met de stier.
Lees meer ...Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1
Toen bracht de man me terug naar de oostelijke buitenpoort van het heiligdom; die was gesloten. En de HEER zei tegen mij: ‘Deze poort moet gesloten blijven. Hij mag niet geopend worden en niemand mag erdoor naar binnen, want de HEER, de God van Israël, is erdoor naar binnen gegaan. Daarom moet hij gesloten blijven. Alleen de vorst mag er zitten en eten ten overstaan van de HEER. Via de voorhal mag hij de poort binnengaan en verlaten.’ Toen bracht de man me naar de noordpoort, aan de voorkant van de tempel.
Lees meer ...Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2
Ze moeten in Mijn heiligdom dienst doen als poortwachters en tempeldienaren. Ze moeten voor het volk de brandoffers en de vredeoffers slachten, en ze moeten klaarstaan om het te dienen. Omdat ze de Israëlieten gediend hebben bij hun afgoderij, en hen zo verleidden tot de zonde die hen ten val bracht, zweer Ik – spreekt God, de HEER – dat zij hun straf niet zullen ontlopen. Ze mogen niet in Mijn nabijheid komen om Mij als priester te dienen, ze mogen bij geen van Mijn heilige of allerheiligste voorwerpen komen.
Lees meer ...Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Hun hoofdhaar mogen ze niet afscheren, maar ze mogen het ook niet vrij laten groeien; ze moeten het behoorlijk knippen. Geen van de priesters mag wijn drinken wanneer hij naar de binnenhof gaat. Ze mogen niet trouwen met weduwen of verstoten vrouwen, maar alleen met meisjes die tot het volk van Israël behoren en nog maagd zijn, of met weduwen van priesters. Ze moeten Mijn volk leren wat heilig is en wat niet, en hun het onderscheid leren tussen rein en onrein. Als er een geschil is moeten ze klaarstaan om recht te spreken; ze moeten daarbij Mijn rechtsregels hanteren.
Lees meer ...Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Wanneer jullie het land door loting verdelen, moet je een stuk van het land als heilige gave aan de HEER afstaan, van 25.000 bij 20.000 el. Dat hele stuk zal heilig zijn. Van dat afgemeten terrein moet je een stuk van 25.000 bij 10.000 afmeten. Daar moet het allerheiligste heiligdom komen. Een vierkant stuk, van 500 bij 500 met 50 el weidegrond eromheen, is daarvoor bestemd. Dit is een heilig stuk van het land; het is bestemd voor de priesters, die dienst doen in het heiligdom en die in de nabijheid van de HEER mogen komen om Hem te dienen. Het is de plaats voor hun huizen en de heilige plaats voor het heiligdom.
Lees meer ...Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2
Jullie moeten de volgende heffingen afdragen: een zesde efa over een ezelslast tarwe en een zesde efa over een ezelslast gerst; wat betreft de olie, gemeten in bat: een tiende bat over een kor olie – een ezelslast bevat tien bat, dus tien bat is een ezelslast; één dier uit een kudde van tweehonderd uit de waterrijke gebieden van Israël, als graanoffer, brandoffer en vredeoffer, waarmee voor de bevolking verzoening wordt bewerkt – spreekt God, de HEER. De voltallige bevolking van het land moet deze heffing aan de vorst van Israël afdragen. Vervolgens is het aan de vorst om brandoffers, graanoffers en wijnoffers te brengen op de feesten, op sabbat en op nieuwemaan, op alle hoogtijdagen van het volk van Israël.
Lees meer ...Ezechiël 46:1-11 1
Dit zegt God, de HEER: De oostpoort van de binnenhof moet gedurende de zes werkdagen gesloten blijven, maar op sabbat en op nieuwemaansdag moet hij geopend worden. Dan komt de vorst van buiten door de voorhal de poort binnen en stelt zich op bij de deurpost van de poort, en de priesters brengen zijn brandoffer en zijn vredeoffer. Dan moet hij zich neerbuigen op de drempel van de poort en weer naar buiten gaan. De poort mag tot de avond niet gesloten worden. De bevolking van het land moet zich op sabbat en op nieuwemaan bij de toegang van die poort neerbuigen voor de HEER.
Lees meer ...Ezechiël 46:12-24 2
Wanneer de vorst als vrijwillige gave een brandoffer of vredeoffer wil brengen, als vrijwillige gave aan de HEER, dan moet de oostpoort voor hem worden geopend en kan hij zijn brandoffer en vredeoffer op dezelfde manier brengen als op sabbat. Daarna gaat hij weer naar buiten, en de poort wordt gesloten zodra hij buiten is. Breng dagelijks een eenjarige ram zonder enig gebrek als brandoffer aan de HEER, elke morgen weer. En breng daarbij elke morgen een graanoffer van een zesde efa graan en een derde hin olie om door de tarwebloem te mengen, als graanoffer voor de HEER. Deze bepalingen blijven voor altijd van kracht. Elke morgen moeten de priesters een jonge ram, een graanoffer en olie offeren, als een dagelijks brandoffer.
Lees meer ...Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1
Toen bracht de man mij terug naar de ingang van de tempel. Daar zag ik water onder de drempel van de tempel vandaan komen. Het stroomde naar het oosten, want de voorkant van de tempel lag op het oosten. Het water liep van onder de rechter buitenmuur van de tempel, ten zuiden van het altaar, naar beneden. Hij nam mij door de noordpoort mee naar buiten en we liepen buitenom naar de oostelijke buitenpoort. Daar zag ik het water aan de rechterkant eruit sijpelen. Met een meetlint in zijn hand ging de man naar het oosten, en hij mat 1000 el. Daar liet hij mij door het water waden: het water kwam tot mijn enkels. Hij mat nog eens 1000 el en liet me weer door het water waden: het water kwam tot mijn knieën.
Lees meer ...