Nadat Hij de menigte weer bij zich had geroepen, zei Hij: ‘Luister allemaal naar Mij en kom tot inzicht. Niets dat van buitenaf in de mens komt kan hem onrein maken, het zijn de dingen die uit de mens naar buiten komen die hem onrein maken.’
Lees meer ...Marcus 7:24-37 Naar Tyrus, Sidon en Dekapolis
Hij ging weg en vertrok naar de omgeving van Tyrus. Daar nam Hij zijn intrek in een huis, en hoewel Hij niet wilde dat iemand dat te weten zou komen, lukte het Hem niet onopgemerkt te blijven. Integendeel, er kwam al meteen een vrouw die over Hem gehoord had naar Hem toe, en zij viel voor Zijn voeten neer.
Lees meer ...Marcus 8:1-13 Het tweede teken van de broden 1
Toen er op een keer weer een grote menigte bijeen was, en ze niets meer te eten hadden, riep Hij de leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik heb medelijden met al die mensen, want ze zijn nu al drie dagen bij me en hebben niets meer te eten. Als Ik hen met een lege maag naar huis stuur, zullen ze onderweg bezwijken; sommigen zijn immers van ver gekomen.’
Lees meer ...Marcus 8:14-21 Het tweede teken van de broden 2
De leerlingen waren vergeten genoeg brood mee te nemen; ze hadden maar één brood bij zich in de boot. Hij waarschuwde hen: ‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de Farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes.’ Ze hadden het er met elkaar over dat ze geen brood hadden.
Lees meer ...Marcus 8:22-26 Genezing van een blinde
Ze kwamen in Betsaïda. Er werd een blinde bij Hem gebracht, en men smeekte Hem om de man aan te raken. Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Hij deed wat speeksel op zijn ogen, legde er Zijn handen op en vroeg: ‘Ziet u iets?’ Hij begon weer te zien en zei: ‘Ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.’ Daarna legde Hij weer Zijn handen op de ogen van de blinde. Deze sperde zijn ogen open en genas; hij zag alles nu heel helder.
Lees meer ...Marcus 8:27-33 Wie is Jezus? 1
Jezus vertrok met Zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg Hij aan Zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat U een van de profeten bent.’ Toen vroeg Hij hun: ‘En wie ben Ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’ Hij verbood hun op strenge toon om met iemand hierover te spreken.
Lees meer ...Marcus 8:34-38-9:1 Wie is Jezus? 2
Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie Mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter Mij aan komen. Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het evangelie, zal het behouden. Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar er het leven bij inschiet?
Lees meer ...Marcus 9:2-13 Een stem uit de hemel
Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, Zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen. Toen verscheen Elia aan hen, samen met Mozes, en ze spraken met Jezus.
Lees meer ...Marcus 9:14-24 Geloof en ongeloof 1
Toen ze terugkwamen bij de andere leerlingen, zagen ze een grote menigte om hen heen staan. Er waren ook schriftgeleerden bij, die met hen aan het discussiëren waren. De mensen waren verbaasd toen ze Hem zagen, en liepen meteen naar Hem toe om Hem te begroeten. Hij vroeg hun: ‘Waarover zijn jullie met hen aan het discussiëren?’
Lees meer ...Marcus 9:25-29 Geloof en ongeloof 2
Toen Jezus zag dat er een grote groep mensen toestroomde, sprak Hij de onreine geest op strenge toon toe en zei: ‘Geest die doof en stom maakt, Ik gebied je: ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.’
Lees meer ...