Toen Jezus hiervan hoorde, week Hij per boot uit naar een afgelegen plaats waar Hij alleen kon zijn. Maar de mensen kwamen het te weten, en vanuit de steden volgden ze Hem over land. Toen Hij uit de boot stapte en de grote menigte zag, voelde Hij medelijden met hen en Hij genas hun zieken.
Lees meer ...Matteüs 14:22-36 Overvloed aan brood, gebrek aan geloof 2
Meteen daarna gelastte Hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, Hij zou ook komen nadat Hij de mensen had weggestuurd. Toen Hij hen weggestuurd had, ging Hij de berg op om er in afzondering te bidden.
Lees meer ...Matteüs 15:1-9 Rein en onrein 1
Toen kwamen er vanuit Jeruzalem Farizeeën en schriftgeleerden naar Jezus. Ze vroegen Hem: ‘Waarom overtreden Uw leerlingen de tradities van onze voorouders? Ze wassen hun handen niet voor ze hun brood eten.’ Hij gaf hun ten antwoord: ‘En waarom overtreedt u het gebod van God, alleen om uw eigen traditie in stand te houden?
Lees meer ...Matteüs 15:10-20 Rein en onrein 2
Nadat Hij de mensen bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: ‘Luister en kom tot inzicht. Niet wat de mond ingaat maakt een mens onrein, maar wat de mond uitkomt, dat maakt een mens onrein.’
Lees meer ...Matteüs 15:21-28 Naar Tyrus en Sidon 1
En weer vertrok Jezus; Hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon. Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit die streek afkomstig was: ‘Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon.’ Maar Hij keurde haar geen woord waardig.
Lees meer ...Matteüs 15:29-39 Naar Tyrus en Sidon 2
Jezus trok weer verder. Bij het Meer van Galilea ging Hij de berg op; daar ging Hij zitten. Er kwamen grote mensenmassa’s op Hem af. Men had verlamden, blinden, kreupelen, doofstommen en vele anderen meegebracht, die men aan Zijn voeten legde, en Hij genas hen allen.
Lees meer ...Matteüs 16:1-12 De zuurdesem van de Farizeeën en de Sadduceeën
De Farizeeën en de Sadduceeën kwamen Hem op de proef stellen met de vraag hun een teken uit de hemel te tonen. Hij gaf hun daarop dit antwoord: ‘Wanneer de avond valt, zegt u: “Morgen mooi weer, want de hemel kleurt rood.” En ‘s ochtends: “Storm op til, want het rood aan de hemel is dreigend.” De aanblik van de hemel weet u wel te duiden, en de tekenen van de tijd niet?
Lees meer ...Matteüs 16:13-20 Wie is Jezus? 1
Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg Hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ Toen vroeg Hij hun: ‘En wie ben Ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God, ‘antwoordde Simon Petrus.
Lees meer ...Matteüs 16:21-28 Wie is Jezus? 2
Vanaf die tijd begon Jezus Zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt.
Lees meer ...Matteüs 17:1-13 Een stem uit de hemel
Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met Zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren.
Lees meer ...