Page 11 of 32
1 9 10 11 12 13 32

Marcus 2:13-22 Jezus’ gezag betwist 2

Jezus vertrok en ging weer naar het meer. Een grote mensenmenigte kwam naar Hem toe, en Hij onderwees hen. Toen Hij langs het meer liep, zag Hij Levi, de zoon van Alfeüs, bij het tolhuis zitten, en Hij zei tegen hem: ‘Volg Mij.’ Levi stond op en volgde Hem. Op een keer was Hij bij Levi thuis uitgenodigd voor een maaltijd, samen met Zijn leerlingen en een groot aantal tollenaars en zondaars, want velen van hen volgden Hem.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 2:23-28-3:1-6 Jezus’ gezag betwist 3

Eens liep Hij op een sabbat tussen de korenvelden door. Zijn leerlingen gingen de velden in en begonnen aren te plukken. ‘Kijk eens!’ zeiden de Farizeeën tegen Hem. ‘Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?’ Maar Hij antwoordde: ‘Hebt u dan nooit gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen gebrek leden en honger hadden? Hij ging het huis van God binnen–Abjatar was toen hogepriester–en at van de toonbroden, waarvan alleen de priesters mogen eten. En hij gaf ze ook aan zijn mannen te eten.’ En Hij voegde eraan toe: ‘De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat; en dus is de Mensenzoon ook Heer en Meester over de sabbat.’

0Shares
Lees meer ...

Marcus 3:7-19 Jezus, de menigte en Zijn leerlingen

Jezus week met Zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea volgde Hem. Ook uit Judea en Jeruzalem, uit Idumea en het gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon kwamen veel mensen naar Hem toe, omdat ze hadden gehoord wat Hij allemaal deed. Hij zei tegen Zijn leerlingen dat ze een boot voor Hem gereed moesten houden, om te voorkomen dat Hij door de menigte onder de voet zou worden gelopen. Allerlei zieken verdrongen zich om Hem aan te raken, want Hij had al veel mensen genezen.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 4:18-34 Gelijkenissen over het koninkrijk van God 2

Weer anderen zijn als het zaad dat tussen de distels is gezaaid: ze hebben het woord wel gehoord, maar de zorgen om het dagelijks bestaan en de verleiding van de rijkdom en hun verlangens naar allerlei andere dingen komen ertussen en verstikken het woord, zodat het zonder vrucht blijft. Maar er zijn ook mensen die zijn als het zaad dat op goede grond is gezaaid: zij horen het woord en aanvaarden het en dragen vrucht, sommigen dertigvoudig, anderen zestigvoudig en weer anderen honderdvoudig.’

0Shares
Lees meer ...

Marcus 4:35-41-5:1-12 Vijf confrontaties: geloof en ongeloof 1

Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei Hij tegen hen:
‘Laten we het meer oversteken.’ Ze stuurden de menigte weg en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en zeiden: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 5:13-20 Vijf confrontaties: geloof en ongeloof 2

Hij stond hun dat toe. Toen de onreine geesten de man verlaten hadden, trokken ze in de varkens, en de kudde van wel tweeduizend stuks stormde de steile helling af, het meer in, en verdronk in het water. De varkenshoeders sloegen op de vlucht en vertelden in de stad en in de dorpen wat ze hadden meegemaakt, en de mensen gingen kijken wat er was gebeurd. Ze kwamen bij Jezus en zagen de bezetene daar zitten, gekleed en bij zijn volle verstand, dezelfde man die altijd bezeten was geweest door het legioen, en ze werden door schrik bevangen.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 5:21-34 Vijf confrontaties: geloof en ongeloof 3

Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij Hem, en Hij bleef aan het meer. Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar Hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan Zijn voeten neer. Hij smeekte Hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ Hij ging met hem mee.

0Shares
Lees meer ...
Page 11 of 32
1 9 10 11 12 13 32