Toen kwamen er vanuit Jeruzalem Farizeeën en schriftgeleerden naar Jezus. Ze vroegen Hem: ‘Waarom overtreden Uw leerlingen de tradities van onze voorouders? Ze wassen hun handen niet voor ze hun brood eten.’ Hij gaf hun ten antwoord: ‘En waarom overtreedt u het gebod van God,
Lees meer ...Matteüs 15:10-20 Rein en onrein 2
Nadat Hij de mensen bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: ‘Luister en kom tot inzicht. Niet wat de mond ingaat maakt een mens onrein, maar wat de mond uitkomt, dat maakt een mens onrein.’ Daarop kwamen de leerlingen bij Hem en zeiden: ‘Weet U dat de Farizeeën Uw uitspraak gehoord hebben en dat ze die stuitend vinden?’ Hij antwoordde: ‘Elke plant die niet door Mijn hemelse Vader is geplant, zal met wortel en al worden uitgerukt.
Lees meer ...Matteüs 15:21-28 Naar Tyrus en Sidon 1
En weer vertrok Jezus; Hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon. Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit die streek afkomstig was: ‘Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon.’
Lees meer ...Matteüs 15:29-39 Naar Tyrus en Sidon 2
Jezus trok weer verder. Bij het Meer van Galilea ging Hij de berg op; daar ging Hij zitten. Er kwamen grote mensenmassa’s op Hem af. Men had verlamden, blinden, kreupelen, doofstommen en vele anderen meegebracht, die men aan Zijn voeten legde, en Hij genas hen allen. De mensen zagen vol verwondering hoe doofstommen gingen spreken, kreupelen beter werden, verlamden gingen lopen en blinden weer konden zien, en ze brachten hulde aan de God van Israël.
Lees meer ...Matteüs 16:1-12 De zuurdesem van de Farizeeën en de Sadduceeën
De Farizeeën en de Sadduceeën kwamen Hem op de proef stellen met de vraag hun een teken uit de hemel te tonen. Hij gaf hun daarop dit antwoord: ‘Wanneer de avond valt, zegt u: “Morgen mooi weer, want de hemel kleurt rood.” En ‘s ochtends: “Storm op til, want het rood aan de hemel is dreigend.” De aanblik van de hemel weet u wel te duiden, en de tekenen van de tijd niet? Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van Jona.’
Lees meer ...Matteüs 16:13-20 Wie is Jezus? 1
Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg Hij Zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ Toen vroeg Hij hun: ‘En wie ben Ik volgens jullie?’
Lees meer ...Matteüs 16:21-28 Wie is Jezus? 2
Vanaf die tijd begon Jezus Zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt. Petrus nam Hem ter zijde en begon Hem fel terecht te wijzen: ‘God verhoede het, Heer! Dat zal U zeker niet gebeuren!’
Lees meer ...Matteüs 17:1-13 Een stem uit de hemel
Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, Zijn gezicht straalde als de Zon en Zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.’
Lees meer ...Matteüs 17:14-23 Gebrek aan geloof
Toen ze zich weer bij de mensenmassa voegden, kwam er iemand naar Hem toe die voor Hem op zijn knieën viel en zei: ‘Heer, heb medelijden met mijn zoon, want hij is maanziek en lijdt daar erg onder; hij valt dikwijls in het vuur of in het water. Ik heb hem bij Uw leerlingen gebracht, maar zij konden hem niet genezen.’ Jezus antwoordde: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven?
Lees meer ...Matteüs 17:24-27 Onderricht aan Petrus en de leerlingen 1
Toen ze in Kafarnaüm waren aangekomen, kwamen de inners van de tempelbelasting bij Petrus en vroegen: ‘Draagt uw meester de dubbeldrachme niet af?’ Hij antwoordde: ‘Zeker wel!’ Toen hij thuiskwam, was Jezus hem voor met de vraag:
Lees meer ...